Ten gunste van de bevenbeschreven methode zal hieronder nog een lans worden gebroken; maar allereerst behoort vast te staan, of de uitkomsten volgens Hun ter betrouwbaar zijn. waarom getracht werd, dc volgende drie vragen te beantwoorden :

a. Treedt er verlies aan jodium op tijdens het koken? Er is n.l. de volgende reactie mogelijk: HJ03 + SHCI -> JCI / + 2 Cl2 / -f 8H20. Hunter constateerde (l.c. pag. 344), dat deze inwerking pas merkbaar wordt bij veel hooger zoutzuurgehalte dan bij ons voorschrift optreedt. Ter controle werden de volgende proeven gedaan: Tabel 111. Controleproeven op het koken met phosphorzuur. Verschil gevonden met No. I Beschrijving van de proef. mg. berekende JODIUM. HOEVEELH. 1 100 cm3, aq. 415 cm3, phosphorzuur -E 10,00 cm3 eener kaliumjodaatoplossingtitrceren met KJ en thiosulfaat .... 1,780 2 Als proef 1 1,788 8 10 gram carbonaat-nitraatmengsel 4- 65 cm3, aq. 4- 10,00 cm3, der KJ03-oplossing koken met bleekwater en phosphorzuur op de voorgeschreven wijze en litreeren . . ... . . 1,755 -f- 1,2% 4 Als proef 3 1,750 4- 6,9% 5 Als proef 3, maar in plaats van jodaattoegevoegd I,oomg jodium als KJ 0,992 – 0,8% ó Blanco-pioef, uitgevoerd als 3, echter zonder joodtoevoeging . 0,015 Het blanco-titercijfer werd bij proeven 3,4 en 5 in rekening gebracht. Aan de hand van deze uitkomsten mag de gestelde vraag ontkennend worden beantwoord.

785