In het bolbuisje B werd voor elke proef ongeveer 50 mg. jodium nauwkeurig afgewogen; in A werd gebracht 8 gram KNaCO3, dat vooraf volkomen watervrij was gemaakt. De feoolzuurstroom werd uit de buis geleid door twee waschfleschjes, elk gevuld met 25 cm3. KOH 10 pCt. en 50 mg. NaHSCV om den niet-opgenomen jooddamp te binden. Bij de proefneming werd het bolbuisje zoo zacht verwarmd, dat de jooddampen pas na 20 a 25 minuten volledig het KNaCOs gepasseerd waren. De joodbepaling in het KNaCOs verrichtte ik juist als M ü n c h; eerst werd dus het jodium uitgeschud, dat reeds bij aanzuren vrij kwam, terwijl daarna nog een hoeveelheid jodium kon worden gewonnen door oxydatie met HNO2. De inhoud der waschfleschjes werd met zwavelzuur geneutraliseerd op methyloranje en getitreerd volgens W i nkl er; in het tweede waschfleschje werd nooit jodium gevonden. In tabel II zijnde resultaten vermeld, in vereeniging met de vroegere van Münch. Zij bevestigen geheel de bevinding van Münch, dat de inwerking van jooddamp op verhit alkalicarbonaat niet weergegeven wordt door de reactie-vergelijking: 3Js + 3Na,CÖ. SNaJ + NaJOn + 3C02. Tabel 11. Opname van jooddamp door verhit kaliumnatriumcarbonaat (alle waarden uitgedrukt in mg.). Totaal Jodium, Jodium, Jodium, Hoe- opoe- opoe- gevon- gevon- Omscheijving veelh. nomen nomen den inden in Deficit VAN JODIUM JODIUM DOOR HET HET AAN DE PROEF. IN DE DOOB HET KNaC03 KNaC03 JODAAT. BOLBUIS. HET WASCH- NA AAN- NA OXYKNaC03 FLESCHJE ZUREN. DAT lE. 2000 (Münch) ? 2,64 2,44 0,20 6,9 % 800° ( „ ) ? 2,17 1,94 0,23 11,1% 140° (Reith) 36,3 19,4(1) 7,8 11,7 7,7 39,6 »/0 300° ( „ ) 57,5 44,6 (1) 6,1 84,7 9,9 22,0 % 4000 ( () ) 48,0 41,2 0,6 29,2 12,0 29,2 % ») Het in bewerking genomen jodium is hier niet volledig teruggevonden; waarschijnlijk is bij het aanzuren inden scheltrechter veel jooddamp meegesleept door het ontwijkend koolzuurgas.
782