Tabel I. * t Vluchtigheid van KJ naast kaliumnatriumcarbonaat. No. Wijze van verhitting. Gevonden Jood verlies MG. JOOD. IN PROCENTEN. 1 Kroesinhoud na het drogen direct getitreerd . . . 1,967 2 Idem 1,973 _ 8 Kroes verhit, zooals noodig is bij voorschrift Ed. V . 1,967 geen 4 Kroes verhit, zooals Münch voorstelt 1,976 geen 5 Idem 1,971 geen 6 Kroes veel sterker verhit (bodem roodgloeiend). . 1,927 2,2 7 Idem ...... 1,941 1,5 Het verdwijnen van jodium inden vorm van J2, genoemd als vierde mogelijkheid van joodverlies, is a priori niet erg waarschijnlijk ; inde nevels, die uit verhit schildklierpoeder opstijgen, is trouwens vrij jodium niet aan te toonen. Toch acht Münch de vorming van J2 bijl hoogere temperaturen wel mogeiijk (zie pag. 258 1.c.); reden, waarom hij wil nagaan, hoe snel jooddamp door verhit KNaCCh gebonden wordt. Het blijkt nu uit zijn proeven wel, dat jodium vastgehouden wordt; er werd n.l. bij 200° 2,64 mg. jodium en bij 300° 2,17 mg. jodium opgenomen. Hoeveel jooddamp de adsorbeerende laag KNaCüs passeerde, werd echter niet vastgesteld. Daarom kan ik de meening niet deelen, dat die cijfers een idee geven omtrent de snelheid van joodopname. Het leek mij wel gewenscht, deze proeven te herhalen. Hiertoe werd gebruik gemaakt vaneen toestel, als reeds door Münch beschreven, aangevuld met eenige waschfleschjes (zie figuur 1)..

781