Tegen de ouderwetsche werkwijzen, waartoe wijde methode van Ed. V dus ook moeten rekenen, zijn dikwijls ernstige bezwaren aangevoerd, zoowel tegen de manieren van verbranding als tegen de eindbepaling. (Zie Rig g s (11), B1 u m und Grü t zne r (22) en Mün ch (14)). Op de nieuwere methoden is minder kritiek geleverd, de meeste zijn met zorg uitgewerkt en met „Beleganalysen” versierd. Zoodoende krijgt men den indruk, dat de vele ingeslagen wegen alle naar het doel voeren; een bezwaar tegen sommige nieuwere voorschriften is echter, dat zij een tamelijk ingewikkeld ritueel hebben. Indien men eenvoud van bewerking en reagentia naast voldoende nauwkeurigheid zoekt, dan wordt de aandacht getrokken door de werkwijze van Andrew Hunter (15), in 1909 gepubliceerd en in 1910 inde Amerikaansche pharmacopee opgenomen. In 1920 noemde ook prof. van der Wielen deze methode op den derden Pharmaceutendag (35). Vorig jaar werd zij nog door Burbater, von Blarcom and Walker (36) uitverkoren, om het jodiumgehalte van leidingwateren te bepalen, terwijl ook G e it er (37) deze titratie-methode aanbeveelt. Zoo kwam ik tot het volgend werkplan: A. methode-H unte r in finesses na te gaan. B. te probeeren, of een hieronder te noemen modificatie op Hunte r’s werkwijze mogelijk was. C. de uitkomsten te vergelijken, verkregen volgens Hunt er en volgens Ed. V. D. idem als C., indien de modificatie van Mün ch werd toegepast. 11. De verassching van organische stoffen bij joodbepalingen. Alvorens de resultaten te vermelden, is hier wel een algemeene beschouwing op haar plaats over ’t bepalen van sporen jodium in organische stoffen. Het destrueeren van organische stof zonder joodverlies is een moeilijke opgave, zoodat men dan ook bij vele der bovengenoemde auteurs te geri: opbrengst aan jodium kan aangegeven vinden. Blum und Grützner (22) bepaalden o.a. het joodgehalte vaneen joodeiwit volgens C ar i u s en volgens H u n t er op 12,0 pCt., terwijl zij na een verkoling volgens Bern ie r—P ér o n (met NaOH) slechts 7,7 pCt. terugvonden. Bij von Pellenberg, die een expert mag genoemd worden op het terrein der jodiumbepalingen, kan men inde nieuwste literatuur nog aanduidingen vinden

779