beslissingen voor elk geval afzonderlijk regelen. De Secretaris wijst er op, dat het ingrijpen van de Maatschappij op veel zachtzinniger wijze zal moeten geschieden dan bij de filiaal-apotheken en de apotheken van naamlooze vennootschappen. Limburg ondersteunt de meening van den secretaris en wil bovendien gestipuleerd zien, tot hoever men „de erven” van den apotheker moet rekenen. Friesland voelt wel voor een algemeene regeling, evenals Utrecht, dat de positie van den provisor wil zien vastgelegd en een redigeeren hiervan wel mogelijk acht. ’s Gravenhage sluit zich geheel bij de uitspraken van den secretaris en van het Departement Limburg aan. De Secretaris zegt, dat in Amsterdam langs den weg van minnelijke schikking met het Departementsbestuur inden) laatsten tijd verschillende weduwenapotheken op de voor de weduwen meest voordeelige wijze zijn opgeheven. Het voorstel wordt met groote meerderheid van stemmen aangenomen. Tweede voorstel van ’s-Gavenhage: herziening van Stoeder’s Geschiedenis der Pharmacie. ’s Gravenhage vult zijn voorstel aan met de opmerking, dat hiertoe ook behoort de geschiedenis van de Ned. Mij. ter Bevordering der Pharmacie. Groningen wil deze opdracht liever doen geven aan één persoon dan aan een commissie, om het werk vlotter te doen verloopen. Amsterdam wil juist liever een reeks van monographieën doen samenstellen dooreen aantal personen, die zich voor verschillende onderdeden interesseeren. Groningen wil dit doen afhangen van den opzet van het werk en acht voor de homogeniteit het in elk geval goed, dat de leiding ten minste in één hand blijft. Rotterdam wil het werk een veelzijdig karakter doen dragen. Het H. B. acht het beslist noodzakelijk dat de leiding in één hand blijft, of desnoods bij een kleine commissie berust, maar daarnaast kan men zich zooveel menschen assumeeren als men noodig acht. Mét algemeene stemmen wordt het principieele voorstel aangenomen. Verder wordt de naam van Prof. van der Wielen genoemd, waarbij de bedoeling zal zijn, dat hij contact zal houden met het Dagelijksch Bestuur der Maatschappij, waarbij natuurlijk gaarne gebruik zal worden gemaakt van gegevens, die zullen kunnen worden verstrekt door hen, die van sommige onderwerpen een bepaalde studie hebben gemaakt. Voorstel van het Departement Overijsel, om te trachten, het gebruik van geneesmiddelen zonder medisch voorschrift te voorkomen. Overijsel neemt genoegen met de toezegging, inde toelichting van het H. B. gegeven. Haarlem verwacht van overleg met de Mij. v. Geneesk. in deze richting niets. De Secretaris daarentegen is vast overtuigd, dat volledige medewerking der Mij. v. Geneesk. te verwachten is, en raadt aan, het H. B. in deze zijn gang te laten gaan, inde overtuiging, dat weldra successen zullen zijn te boeken. Dé Voorzitter zegt, dat het aantal specialitéboekjes, dat door de

724