hem niet aan de kwikverdeelng, maar aan het vehiculum toe te schrijven. Dr. Cocbergh merkt op, dat de Pliarmacopee niet een hoogste grens stelt aan de grootte der kwikbolletjes, maar een bepaalde maat daarvoor eischt, en vindt het daarom verkeerd te streven naar een zoo fijn mogelijke verdeeling. Dr. Hofman stelt de vraag of het wel zuiver metallisch kwik is, dat men bij de bereiding van het colloïdale kwik krijgt. Dr. H o 11- man heeft kunnen constateeren, dat bij het uitwasschen van het kwik bij deze bereiding op het einde verliezen optreden. Dr. Ho 11 ma n beantwoordt Dr. Zwik ker met de mededeeling, dat alle proeven genomen zijn met dein de betreffende voorschriften genoemde constituentia, maar alleen de vaseline bij de zalf met colloïdaal kwik vervangen is door het constituens van onze Pharmacopee, en dat de zalf met colloïdaal kwik verder buiten beschouwing is gebleven, ook al, omdat de aanwezigheid van water aanleiding zen kunnen geven tot rans worden der zalf. Prof. van Itallie vraagt, of niet onlangs een octrooi genomen is op een preparaat, waarbij een uiterst fijne verdeeling van kwik verkregen wordt door dit te verdeelen onder talk. Misschien zou een dergelijk mengsel voor de verwerking van kwikzalf zijn te gebruiken. Uit de discussies blijkt wel, dat er overeen oud preparaat als kwikzalf nog vee! verschil van meening bestaat en nog veel tot opheldering gebracht moet worden. Prof. van Itallie doet, ook namens Dr. A. J. Steenha u er, mededeeling omtrent onderzoekingen, die door hen verricht zijn over Papavervruchten en papaverstroop in verband met vergiftigingen. Deze onderzoekingen werden ingesteld, doordat bij een tweetal onderzoekingen ten dienste der justitie, welke beide keeren betrekking hadden op den dood van tweelingen, in beide gevallen aanwijzingen werden verkregen, dat de dood dezer vier kinderen aan de toediening van papaveraftreksel moest worden toegeschreven. In het begin dezer eeuw zijn door van Ledden Hulseb o sch Sr. ook een paar gevallen beschreven, waarin de dood van jeugdige kinderen na de toediening van slaaptroop was ingetreden, terwijl in de buitenlandsche literatuur reeds gevallen van dien aard uit de IBde eeuw worden medegedeeld. De thans ingestelde onderzoekingen hadden inde eerste plaats ten deel, de gevoeligheid van eenige reacties op morphine te onderzoeken. Deze bleek te zijn voor de reactie vanMarquis: 0,00 mg., de reactie van Fröhde: 0,02 mg., de reactie van Pellagri: 0,06 mg. Hen gelijke gevoeligheid werd gevonden voor de joodzuurreactie. De onderzoekers hebben de reactie van Pellagri voor een ondergeschikt punt aangevuld. Ouantitatieve bepalingen werden verricht met de methode van Ge or ge en Gasca rd en die van Maienßath. Hierbij bleken slaapbollen, uit verschillende apotheken afkomstig: 0,36, 0,37, 0,4 en 0,5 pCt. morphine te bevatten. De daaruit bereide papaverstropen
720