waerden voirschr. ontlast ende vrij of wesen sal. In welcke voirwaerden meester Coenraet voirschr. consent gedaan heeft. Testes et scabini; Claeys Jacopsz ende Reynier Wi 1- Icm s z. van der Bu 11 ing e, burgmeesters. Adri a en Heynricz van Grypsker c k e, Thoren Junstansz, JanPieterszvan Domburch, Doen j a c o b s z, Corn e I is Pauwelsz, Willem B'nys, Hl e y n r i c k Jacobsz, JanJansz Moyart, ende C 1 ai s P h i I i p s z. Actum et supra.”

Er bleek hier bij de Overheid al vroeg belangstelling te bestaan in een goede uitoefening der Pharmacie. De vroede vaderen zagen toen al duidelijk in, dat richtige uitoefening der Pharmacie niet te scheiden was van, en synoniem was met „zorg voor de volksgezondheid”, en dat de Overheid zooveel mogelijk er voor meest zorgen, dat de porteren verzekerd waren van goede artsenijen. Ik vraag me wel eens af, of deze belangstelling, door de tijden heen, zoo is gebleven, en dan geloof ik, dat de Pharmacie meer te kampen heeft gehad met een „te veel'’ aan belangstelling dan met een „te weinig.” Ik zou n.l. de belangstelling inde Pharmacie willen splitsen in 2 soorten; dele soort komt van bovenaf en is doorgaans zeer welkom, de 2e soort komt van onderaf en is nooit welkom. Oele soort is dan ook, als zijnde in het belang der volksgezondheid, van hooge orde de 2e is van geen orde, tenzij we het toevoegsel „wwan” er voor zetten. Een logisch gevolg is, dat die 2 soorten elkaar altijd moeten bestrijden. De wanorde-belangstelling moet teruggedrongen worden, ter verdediging van goede toestanden op pharmaceutisch gebied, door maatregelen van boven af, die omschrijven de eischen, te stellen aan goede uitoefening der Artsenijbereidkunst, en vastleggen de plichten der beoefenaren terwijl ze daartegenover hun rechten verzekeren en beschermen. Hier tusschenin zit de Pharmacie a. h. w. als de noot tusschen den kraker, soms in gevaar, gekraakt te worden, maar heeft steeds bewezen, een harde schaal te bezitten. Zij is tot heden niet gekraakt, en is niet alleen nog altijd heel, maar wordt steeds sterker. Als het mij geoooofd is, nog enkele grepen te doen uit de geschiedenis der Pharmacie hier ter stede ter illustreering van het voorgaande, dan zien wij, dat de toestand op het gebied van artsenijvoorzienning dusdanig was, dat zij dringend om overheidsbelangstelling vraagt, en het gevolg is de uitvaardiging van eene Ordonnantie in 1587, gerenoveerd in 1607 en in 1624 aangevuld met belangrijke bepalingen voor de Pharmacie, o.a. werden toen voor het eerst als examinatoren genoemd „zes van de oudste apoteekersV Bet examen geschiedde „ten huyse vaneen der voorseyde apoteekers”. De ordonnantie stelt eischen van bekwaamheid door instellen vaneen examen, en legt verplichting op aan de beoefearen der Pharmacie. Daartegenover staan beschermende maatregelen tegen te groote belangstelling in het vak van buitenstaanders. Het zou te veel tijd vergen, de ord. in extenso na te gaan, maar toch wil ik enkele aanhalingen er uit doen en wel den aanhef, die

709