kwakzalversboekje gelijkt. De opmerking zal aan de Commissie worden overgebracht. Limburg wil een enkele opmerking maken over het ook in het verslag genoemde ontwerp-wet op de uitoefening der artsenijbereidkunst. Naar verluidt, is tegemoet te zien een herziening van de wet op de uitoefening der geneeskunst. Kunnen wij niet zorgen, dat ons ontwerp-wet ook voortgang heeft? IHet H.B. neemt nota van de opmerking maar kan geen toezegging doen. Haarlem vraagt inlichtingen over de nieuwe verhouding tegenover de Merken-vereeniging. Tot dusver is Haarlem zeer ontsticht over deze verhouding. De Voorzitter merkt op, dat Keulen en Parijs niet in één dag gebouwd zijn, maar ook op dit gebied is er verschil van appreciatie, en in andere Departementen zijn successen te boeken geweest tengevolge van deze verhouding. De Secretaris merkt op, dat de fout daarin zit, dat de Merkenvereeniging maar eenmaal per jaar een prijslijst uitgeeft. In het geval, dat Haarlem bedoelt, was de Merkenvereeniging in haar recht, den bedoelden apotheker van de stoplijst af te voeren, afschoon hij, van ons standpunt gezien, dubbel en dwars verdiende, er op geplaatst te blijven. Naar aanleiding van de Jaarverslagen der Departementen vraagt Noord-Brabant het Departement Haarlem, welke questie van Zondagssluiting zich daar heeft voorgedaan. Een buitenstaander wenschte in deze regeling opgenomen te worden en de Départementsleden wenschten den naam van dezen buitenstaander niet op de raamkaarten te vermelden. Dit werd ten slotte, na overleg met den inspecteur, niet verplichtend gesteld. Het woord wordt thans gegeven aan Prof. de Graaff ter toelichting van zijn praeadvies over „de apotheker en de geneeskrachtige sera en de entstoffen” (Pb. W. 1927, blz. 617) en dringt aan op een spoedige oprichting vaneen eigen laboratorium der Maatschappij, ten einde producten van dezen aard te bereiden en te controleeren. Het Academisch Statuut geeft gelegenheid, om hem, die dit wenscht. speciale opleiding op dit gebied te doen genieten. Spreker uit de vrees, dat het onderwijs van den tegenwoordigen apotheker misschien wat eenzijdig chemisch is; geweest. De Heer van de Velde licht daarna zijn prae-advies (Ph. W. 1927, blz. 629) toe. Spr. wil de bereiding en verpakking onder staatscontrole doen geschieden, de bewaring en aflevering onder verantwoordelijkheid vaneen apotheker, en doet enkele grepen uit zijn prae-advies. De Voorzitter zegt beiden prae-adviseurs dank voor hun bereidwilligheid. Het H. B. heeft dit onderwerp behandeld willen zien, omdat het mogelijk een gevaar zag voor het bestaan van den apotheker in het streven naar staats-instituten. Uit de prae-adviezen is wel gebleken, dat de gewijizgde omstandigheden geenszins den apotheker uitschakelen bij de distributie van dit soort van geneesmiddelen. Departementsgewijze is de distributie van sera en vaccins reeds georganiseerd.
702