bruik daarvan, het leven worden verlengd. Ook een ander product, dat men verkreeg, dooreen mengsel van levende adders, zout, vijgen en honig ineen afgesloten pot inden oven te plaatsen, tot alles tot poeder was vergaan, waarna dit poeder met aromatische kruiden werd vermengd, leverde een geneesmiddel van groote waarde. Het slangenvet, vermengd met cederhars en olie, werd gebruikt bij oogaandoeningen; aftreksels van slangenhuiden op wijn dienden als oogwasschingen, als mondspoeling tegen kiespijn, enz. De gal van schildpadden was volgens Dioscorides een voortreffelijk middel tegen vallende ziekte, de asch van kikvorschen werd gebruikt als bloedstelpend middel.

Welke oorzaken aanleiding gaven tot het toepassen van deze dierlijke producten inde geneeskunde, is niet gemakkelijk na te gaan. In sommige gevallen heeft men rekening te houden met de signaturenleer, met het geloof, dat bepaalde eigenschappen, welke aan sommige diersoorten eigen zijn, bij inwendig of uitwendig gebruik op den mensch kunnen worden overgebracht. In andere gevallen vindt men weer een streven, om de betrekkingen na te gaan, welke tusschen den mensch als microcosmos kan bestaan met de geheele wereld als macrocosmos. Zoo trachtte b.v. Paracelsus een chemisch stelsel te verbinden met het geestelijk leven en wilde hij een verband zoeken tusschen bepaalde ziekte toestanden) en natuurverschijnselen of eigenschappen van mineralen, planten of dieren. Zwaarmoedigheid wordt vergeleken met aluin; gal en arsenicum zijn van eenerlei oorsprong en wanneer de mensch ziek wordt, kunnen daarvoor 5 verschillende oorzaken worden aangewezen, n.L: De hemellichamen, die invloed op de atmosfeer hebben en aldus hun eigenschappen overbrengen op onze organen. Zoo bestuurt de zon ons hart, de maan de hersenen, Jupiter de lever, enz. Een tweede oorzaak van ziekten zijnde vergiften, welke in plant en dier voorkomen, een derde de natuurlijke gesteldheid van den mensch; een vierde oorzaak is de invloed der geesten en de vijfde is van goddelijken oorsprong. In verband met deze ziekteleer is ook de geneesmiddelleer opgebouwd; ieder geneesmiddel heeft zijn occulte eigenschappen, welke door goddelijke teekens zijn aangegeven. Op dit stelsel berust het geloof aan de geneeskrachtige eigenschappen van bepaalde planten en van sommige organen uit het dierlijk lichaam, die door hun vorm de eigenschappen kenbaar maken, die zij op den mensch uitoefenen. Zoo hebben inden loop der eeuwen de geneesmiddelen van dierlijken oorsprong hunne beteekenis behouden, en zijnde opvattingen daarover ook bewaard gebleven inde volksgeneeskunst;

695