paalde staf wordt waargenomen, vast te stellen. Bij gemengde reuken kan men soms tot een analyse komen, door gebruik te maken van liet verschil in vluchtigheid van de bestanddeelen van het mengsel. Bij vluchtige oliën en andere vloeibare riekstoffeu of oplossingen ervan kan men soms, dooreen druppel der vloeistof op filtreerpapier te laten verdampen en telkens te ruiken, sommige bestanddeelen duidelijk onderkennen. Men kan ook voor een bepaald bestanddeel- een zekere vermoeidheid te voorschijn roepen en dan daardoor ineen mengsel met dat bestanddeel een andere riekende stof onderscheiden. Wanneer' men b.v. eenigen tijd aan eugenol heeft geroken, komt in kaneelolie duidelijk de reuk naar kaneelaldehyde te voorschijn; heeft men eenigen tijd aan kaneelaldehyde geroken, dan is in kaneelolie duidelijk de reuk naar eugenol waar te nemen. Het voorschrift voor reuk-waarneming, inde Pharmacopee bij Olea volatilia gegeven, dat luidt, dat de reuk van de Vluchtige oliën het best wordt waargenomen aan een mengsel van 1 druppel olie met 10 cm3, water, is bij andere riekende stoffen ook m.m. toe te passen; in sommige gevallen is het echter aan te bevelen, den druppel olie eerst in I—21—2 cm3, spiritus op te lossen en daarna met water tot 10 cm3, te verdunnen. Een andere wijze van waarnemen van het aroma, waarbij bij vluchtige oliën tegelijkertijd een verharsing tot meestal bitter smakende polymerisatie-produkten wordt waargenomen en andere physiologische eigenschappen, als verkoeling, prikkeling, enz., worden waargenomen, is het voorschrift, inde Pharmacopee gegeven voor het waarnemen van den smaak, door 2g. suiker met 1 druppel olie te vermengen. In vele gevallen is dit echter te geconcentreerd, b.v. voor pepermunt-, kruidnagel- en kaneelolie, waar de hoeveelheid suiker ten minste 10 g. moet zijn. Bij andere oliën is een geringe toevoeging vaneen andere stof gewenscht, b.v. bij Oleum Citri beoordeelt men het aroma door den smaak het best ineen zwak zuur gemaakte oplossing van suiker. In sommige gevallen is een beoordeeling door reuk en smaak van veel meer beteekenis dan een chemisch onderzoek (thee, wijn, spijsolie). In The Chemist and Üruggist van 1912 komt het volgende versje voor, waarin de beteekenis van het laatste in dit hoofdstuk besproken physiologisch onderzoek naar voren komt. Het luidt:
638