bel kunnen zijn. De Amerikaansche Pharmacopee schrijft bewaring voor bij temperaturen tusschen 4,5 en 15° C. De voorschriften voor het vervoer zullen moeten betreffen door en voor wie vervoer mag geschieden en de formaliteiten daarbij in achtte nemen. Van veel belang schijnen deze bepalingen niet, daar sera en vaccins geen stoffen zijn, die tot misbruik aanleiding kunnen geven, zooals opium, e.d., waarbij juist de kwestie van het vervoer zulk een belangrijke is. Tot vervoer zullen zeker gerechtigd moeten /i n dg bereiders en de apothekers, die zullen afleveren, maar ook de geneeskundigen met het oog op de toepassing. Aangaande de aflevering geeft de Mlemorie van Antwoord een aanwijzing, n.l. „art. 3, I°, biedt de mogelijkheid, regelen te stellen o.a. voor de aflevering. Krachtens die bepaling zal kunnen worden vastgesteld, dat alleen apothekers en bereiders bevoegd zijn tot afleveren.” Dat bereiders zullen mogen afleveren, n.l. inden handel brengen, is vanzelfsprekend, dat de aflevering aan de patiënten via den apotheker zal gebeuren is zeker noodig. Wel stelt de aflevering van verpakte sera en vaccins weinig eischen, wat wetenschappelijke kennis aangaat, maar toch is het goed gezien, dat de aflevering van stoffen, waarvoor, ter wille van de volksgezondheid, een afzonderlijke wet is gemaakt, zal geschieden door personen, die een wettelijke verantwoordelijkheid dragen. Dit was ook de meening van de Sociaalhygiënische Commissie der Maatschappij voor Geneeskunst, die in Mei 1926 een rapport uitbracht. Ook in Duitschland, België, Frankrijk, Spanje mag de aflevering aan het publiek slechts geschieden dco’r apothekers. In Frankrijk alleen op recept, terwijl in spoedgevallen de geneeskundigen zelf mogen afleveren. In Duitschland zijn bij Ministerieele Beschikking voorschriften over de aflevering van gedroogd serum gegeven. Deze mag alleen op recept geschieden dooreen apotheker en wel als oplossing in steriel water (1 : 10), te bereiden en af te leveren inde flacon, waarin zich het gedroogde serum bevond. Behalve de apothekers zullen ook de apotheekhoudende geneeskundigen bevoegd moeten zijn tot afleveren. Andere geneeskundigen zullen sera en vaccins, evenals dit reeds voor geneesmiddelen geldt, slechts mogen toedienen aan hun patiënten. Naast bereiders en apothekers (en apotheekhoudende geneeskundigen) zal nog een derde groep van personen moeten worden aangewezen als bevoegd tot afleveren, n.l. de importeurs en de groothandelaren. Deze zullen een verlof moeten hebben tot het afleveren van sera en vaccins en de daarmede gelijkgestelde stoffen; aan zulk een verlof kunnen dan voorwaarden worden verbonden op de wijze als dit voor Opiumwetverlofhouders is geregeld. Dit sluit zich aan bij de bestaande praktijk van den geneesmiddelenhandel. Is slechts aflevering van bereider aan apotheker mogelijk, dan zal dit zeker voor den handel belemmerend zijn; ook is het waarschijnlijk, dat een buitenlandsche bereider en wellicht ook een binnenlandsche, aan één bepaalden groothandelaar de alleenverkoop opdraagt, deze zal dus verlof tot afleveren moeten hebben. Indien echter wordt erkend, dat de aflevering aan het publiek

633