opruimen. Wij staan aan den vooravond van o.i. gewichtige gebeurtenissen, gaan echter met vertrouwen de toekomst in, omdat wij ons zeker gevoelen door den steun van al onze leden.
Moest de Voorzitter inde vorige Algemeene Vergadering constateeren, dat het rapport der Commissie inzake de Vennootschappelijke en Filiaalapotheken wel gereed, doch nog niet verschenen was, thans is deze zaak zoover gevorderd, dat cp de a.s. Algemeene Vergadering een oordeel zal kunnen worden uitgesproken. Wij verwijzen dienaangaande naar de Voorstellen van het Hoofdbestuur, betreffende deze onderwerpen. Gaan wij het verslag van de vorige Algemeene Vergadering verder na, dan zien wij, dat aldaar twee sprekers aan het woord zijn geweest, welke finantieele aangelegenheden naar voren brachten. Het was de afgevaardigde van het Departement Noord-Brabant, die meende, dat men de balans over 1925 niet zou kunnen goedkeuren, inden aangeboden vorm, met welke opvatting de Algemeene Vergadering zich vereenigde. Dies is thans onder de punten der in dit jaar te behandelen agenda eene nieuwe balans over 1925 opgenomen. Bij het verslag over het Toeslagfonds maakte de afgevaardigde van het Departement Amsterdam de o.i. juiste opmerking, dat de bijdrage van het Toeslagfonds inde algemeene bureaukosten, komende ten laste onzer Maatschappij, te gering was in verhouding tot het vele administratieve werk. Ook daarin meent het Hoofdbestuur nu te kunnen voorzien, door u dienaangaande een voorstel ter bekrachtiging voor te leggen. Tevens is ook gevolg gegeven aan een wensch, uit de Algemeene Vergadering tot ons gekomen, om in het vervolg de Balans en de Verlies- en Winstrekening van het Toeslagfonds tegelijk met het verslag te publiceeren. iEen rapport, dat tot geen enkele opmerking, doch alleen tot bijvalsbetuigingen aanleiding gaf, was dat van de Commissie, belast met het beoordeelen der beantwoorde prijsvraag. Met volle instemming keurde de Algemeene Vergadering de conclusie van dit Rapport goed. Daar de bekroonde, mej. Dr. M. J. W. Hillen, niet aanwezig was, werd zij met den uitslag in kennis gesteld. In eene later gehouden Hoofdbestuursvergadering werd haar eendoor dit Bestuur en de Commisise van beoordeeling onderteekend diploma overhandigd, vergezeld van eene bloemenhulde. Het Huishoudelijk Reglement werd o.m. verrijkt met Hoofdstuk X „van den Eereraad”, voor welks tot standkoming ook nog een nieuw artikel (34a) inde Statuten moest worden opgenomen. De lijdensgeschiedenis van dit „Schmerzenskind” hier na te gaan, zoude ons te ver voeren. Het Instituut, door velen verlangd, is er eindelijk. Int het) afgeloopen jaar behoefde het geen enkel maal in futicMe te tieden. Moge het steeds zou blijven. Alvorens van het behandelde op de laatstgehouden Algemeene Vergadering af te stappen, nog een woord over het eerste voorstel van het Departement Rotterdam, betreffende den verkoop van sera en vaccins. Zooals bekend, had het Hoofdbestuur in December 1.1. eenige conferenties met den directeur v.h. Rijks Serologisch Instituut, Prof. Aldershoff, te Utrecht. Het resultaat dier besprekin-
585