Westermeer heeft geen kerk, geen school, zelfs geen winkel; het aantal inwoners is gering. De bedoeling van dr. S. kan niet anders zijn, dan zijn medicijnen af te geven aan patiënten te Joure. Zelfs heeft hij een verzoek gericht tot het Ziekenfonds te Joure, inzake de levering van medicijnen. Dr. S. stemt dit toe. De kantonrechter: Waarom deed u dat? Dr. S.: In het belang van de praktijk en de patiënten. De kantonrechter: Als u patiënten behandelt, verstrekt u dan medicamenten of geeft u de keus tusschen u en den apotheker? Dr. S.: Ik laat den patiënten de keus. Ook den leden van het Ziekenfonds laat ik die keus. Het blijkt, dat dit fonds een 800-tal leden heeft. Getuige apotheker Rens in g zegt, dat de plaats, waar dr. S. woont, wordt geacht, tot Joure te behooren, wat betreft post- en telegram-bestelling, straatverlichting, reinigingsdienst, gas- en electriciteits-voorziening. Het Nutsgebouw, waarin teekenschool, etc. van het departement Joure, staat nog verder dan dr. S.’s woning. Ook woont de Rijksontvanger daar in die buurt. Bewoners van Westermeer zijn lid van PI. Belang te Joure. Gedaagde merkt op, dat die drie leden van ’t armbestuur nu wel te Joure wonen, maar toen ze benoemd werden, woonden ze te Westermeer. Ze hebben ook na hun verhuizing de functie behoudem Verder zegt hij, dat hier de kwestie geldt: is Westermeer een dorp volgens art. 9 van de wet op de uitoefening van de geneeskunst of niet? Onder de dorpen van Haskerland heeft sinds jaren her behoord Westermeer. Het was reeds een dorp, toen Joure nog slechts een buurt was. De buurtbewoners te Joure gingen ter kerke en werden begraven te Westermeer. De begrafenissen hebben daar nu nog plaats. Op de kadastrale leggers van de belastingen worden Westermeer en Joure als afzonderlijke dorpen beschouwd. Ook noemt spr. het geval van iemand, die wegens een zeker delict werd vrijgesproken, omdat op de dagvaarding Joure stond vermeld, terwijl hij zich toen te Westermeer bevond. Dr. Driesen was vroeger jarenlang te Westermeer gevestigd inde woning, waar thans het Nutsgebouw is. De apothekers hebben hem nooit iets inden weg gelegd. Spr. zegt ten slotte, dat hij niet ineen buurt woont, maar in ’t dorp Westermeer. Thans komt aan het woord de Ambtenaar van het O. M. De toestand is zegt deze dat er één bebouwde kom bestaat inde aansluiting Joure met Westermeer. Oppervlakkig zou men het daarom als één dorp beschouwen. Dat was aanvankelijk ook spr.’s meening. Maar bij nadere bestudeering van de wet is spr. tot een ander inzicht gekomen. De wet sprak eerst omtrent het vestigen van geneeskundigen en apothekers over „gemeenten’’, later is dit inde wet veranderd in „dorpen”. Spr. meent, dat de gedaagde niet strafbaar is, omdat de gemeente Haskerland, blijkens verklaring van B. en W., verdeeld is in dorpen, waaronder behoort: Westermeer. Spr. concludeert tot ontslag van rechtsvervolging. De kantonrechter schorst het onderzoek en stelt deze zaak uit tot

507