Wets e 1 a a rl3) heeft de methode Scha f f e r-H artmann-Cohen Tervaert nagewerkt en heeft een voor de praktijk beter bruikbare tabel samengesteld; hij komt tot ongeveer dezelfde resultaten als Co hen Tervaert; de door hem gegeven grafiek vertoont ook dezelfde bocht dit behoeft niet te verwonderen, want de wijze, waarop de cijfers bepaald zijn. is dezelfde, d.w.z. beiden gaan uit van bloed en voegen daaraan toe bekende hoeveelheden glucose; op die wijze geeft een hoeveelheid glucose van 0,05 mg. wèl reductie, doch men bepaalt hier niet de reductie door 0,05 mg. glucose, doch het verschil in reductie tusschen a mg. glucose en a + 0,05 mg. glucose, waarbij a dein het bloed aanwezige glucose is; deze wijze van werken zou alleen dan juist zijn, wanneer de reductie evenredig aan het glucosegehalte verliep. We'tselaar bepaalde aldus de reductie door a + 0,078 mg. glucose tot a + 0,504 mg. en stelde deze gelijk aan de reductie door 0,078 tot 0,504 mg. glucose.
Principieel is deze werkwijze dus onjuist; bovendien worden bij groolere hoeveelheden glucose, wanneer de overmaat reagens geringer wordt, de uitkomsten onzuiver, zooals we zoo dadelijk zien zullen waarschijnlijk ligt hierin de verklarim van de bocht inde lijnen volgens Cohen Tervaert en Wetse 1 a ar. Mijn eindoordeel over de methode CohenT ervaert luidt, ,3) Pharm. Weekblad 1924, blz. 213.
493