Zooals men ziet, is er onderling veel verschil, niet alleen wat betreft de samenstelling van het reagens, doch ook de concentraties der reageerende stoffen loopen sterk uiteen; het spreekt van zelf, dat dit van grooten invloed op de intensiteit van de reductie moet zijn; iedere methode zal dus als het ware geijkt moeten worden op bekende hoeveelheden glucose. Aanleiding tot mijn onderzoek waren klachten over onregelmatige uitkomsten bij de micromethode volgens Mac Lean en slechte overeenstemming, wat de resultaten betreft, van deze methode met de macrobepaling volgens Schaffer—Hartmann. De microbepaling van Mac Lean wordt als volgt uitgevoerd: 0,2 cm3, bloed worden gebracht in 23,8 om3, eener vloeistof, welke per liter bevat 150 g. Sulfas natricus en 1 cm3. Acid. aceticum concentr., tot koken verhit, zorg dragende, dat geen verdamping kan plaats vinden en na 2 min. zonder verwarming toegevoegd 1 cm3, gedialyseerd ijzer (5 pCt. opl. van Oxyd. ferricum dialys.); na afkoeling wordt gefiltreerd. Aan 20 cm3, fikraat wordt 2 cm3, koperproefvocht (tabel I, no. 8) toegevoegd, terwijl 1 cm3, water voor naspoelen gebruikt mag worden. Nu wordt de inhoud van het kolfje in 90 sec. aan de kook gebracht en het koken gedurende 6 min. voortgezet; voor nauwkeurige bepalingen moet de gasdruk steeds gelijk blijven en de vlam even groot zijn (Mac Lean beschrijft de wijze, waarop men dit bereiken kan). Na het koken wordt snel afgekoeld, toegevoegd 2 cm3, zoutzuur 25 pCt. en het in vrijheid gestelde jodium getitreerd met / 400 N. thiosulfaat. Uit het verschil tusscheii het titratiecijfer en dat, verkregen bij een blanco bepaling met 2 cm3, reagens, wordt dan het glucosegehalte berekend. Chemisch verloopen er bij deze bepaling dus dezelfde reacties als bij de door C o p pens gewijzigde Ban g-methode en als bij de methoden van S c haf f e r-H artmann en Cohe Ter vaert: de glucose reduceert bij kookhitte de alkalische koperoplossing en na aanzuren wordt het Cu2o geoxydeerd door het in vrijheid gestelde jodium (uit jodide-jodaat) het verbruikte jodium is dus aequivalent met de uit het bloed afkomstige glucose (en event. aanwezige andere reduceerende stoffen). Nadat was vastgesteld, dat de voor het onteiwitten gebruikte
489