TABEL I.

SAMENSTELLING VAN HET KOPERPROEFVOCHT Aard Altraat, der Methode. der (de opgegeven hoeveelheden moeten in aq. dest. tot voor de pr£e'{. hoev- vaerhitti methode. 11. worden opgelost; en tot 500 cm3, bij die proef- gebruikt vocllt- vloeivochten, welke gescheiden bewaard moeten worden) ë *y stof. " A B 4 min. Bang Jodome- Sulfas cupricus 1,25 Carbonas kalicus 37,5 18 4 17 indirect 1) trisch Jodas kalicus 0,178 Tartras kalico-natricus 10 (0,1) (2 +2) doorstoom- Acid. sulfuric. 20% 5 cm3. inblazen. 2. Sulfas cupricus 0,7 Gewijzigde Tartras kalico-natricus 8,5 Bang- Jodome- Bicarbonas natricua 24 13 215 4 min. meth. trisch Carbonas natricus 16 (0,1) koken volgens Jodas kalicus 0,100 Coppens Jodetura kalicum 1 2) 3. A B Bertrand Ozydi- Sulfas cupricus 20 Tartras kalico-natricus 100 3) metrisch Hydras natricus 75 50 20 170 3 min. (1—2,5) (10 -f 10) | koken •) De tusschen haken geplaatste cijfers geven de hoev. bloed, waarmede het bloedflltraat overeenkomt, 4 I. Bang. Mikromethoden zur Blutuntersuchung, 4e und 5e Auflage. 1922. blz. 35. 2) Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde. 1924, blz. 153. 3) O.a. Gorter en deGraaff. Klinische Diagnostiek. 3e druk. 1923. blz. 82.

486