heeft direct wonderolie ingegeven, ’t geen niet alleen de darmen prikkelde, doch ook ’n tegenmiddel was voor het gif. Wanneer hij direct gewaarschuwd was, had het kind nog gered kunnen zijn, verklaart get. op verzoek van den verdediger mr. Koppius.

Verd. verklaart, dat hij de bruine flesch niet zou hebben genomen, als er een latijnsch woord op had gestaan. Op de flesch stond: „Wormdroppels”, zoodat hij inde meening verkeerde, dat het hier het klaargemaakte middel gold. Inde flesch zat echter Oleum Chenopodii. De patroon van verd. verklaart, dat het echtpaar Ha ai ma hem heeft verklaard, dat de fleschjes Woensdag zijn bezorgd. Ook de besteller Fokkema heeft hem dit gezegd. Toen hem echter een dagvaarding is gezonden, om dit voor de rechtbank te verklaren, aldus mr. Koppius, zond deze een briefje, waarin hij verklaarde, zich vergist te hebben. Het echtpaar Haaima ontkent dit. ‘Een getuige a décharge verklaart, dat Fokkema hem gezegd heeft, dat het pakje Woensdagavond door hem. was bezorgd. Get. Fokkema verklaart, dat hij uit de boeken kon nagaan, dat het pakje Donderdag is bezorgd. Het O. M. gaf als zijn meening te kennen, dat verd. schuldig is. Hij was extra gewaarschuwd, omdat hij tevoren had gezien, hoe het middel werd klaargemaakt. Bovendien stond de flesch ineen afgesloten vertrek. Spr. begrijpt niet, waar de verdediger met zijn getuigen a décharge heen wil. Ruim 24 uur voor de ontvangst van de briefkaart was het middel reeds ontvangen en toegediend. Eisch 14 dagen hechtenisstraf. Mr. Koppius wees er op, dat de Officier van Justitie in deze zaak niet ontvankelijk zal moeten worden verklaard, omdat in hooger beroep de zaak tegen den patroon nog moet worden behandeld. PI. was van meening, dat de officier deze zaak niet had moeten aanbrengen, omdat de rechten van verd. met voeten worden getreden. PI. wees er op, dat Haaima vroeger een brief heeft geschreven, waarin hij betoogt, dat de zaak aan verschillende ongelukkige omstandigheden is te wijten. Het middel is volgens pl. Woensdagavond bezorgd en ingenomen. Men heeft in ieder geval minstens 36 en waarschijnlijk 48 uur gewacht, alvorens hulp te halen. Dat is een tragische roekeloosheid, want direct nadat het kind de druppels had ingenomen, kon het al niet meer staan. Die roekeloosheid is nog grooter, als men weet, dat pl.m. 8 uur de briefkaart is bezorgd, waaruit bleek, dat de zaak niet in orde was. Was er direct hulp geweest, dan was er volgens den dokter niets gebeurd. Wanneer iemand onvoorzichtig is, en iemand anders kan het ongedaan maken, d( ch dcet het niet, dan is bij den laatste grove schuld voorhanden. Pe vergiften worden door de wet verdeeld onder A en B. Op geen van deze lijsten komt Oleum Chenopodii voor. Bij den Staat der Nederlanden is hier dus ook grove schuld aanwezig. Men moet pl. toonde dit aan de hand van verschillende opvattingen aan eerst nagaan, of Haaima en zijn vrouw schuld treft. Volgens pl. is dit het geval geweest, zoodat verd. niet kan worden veroordeeld.

458