Referaten.

Borax als conserveermiddel voor de Dakin-oplossing. A. Li ssievici Draganesco (Journ. Pharm. Chim. 1926, 111, 319) heeft gevonden, dat Dakin-oplossing (oplossing van natriumhypochloriet van 0,5 pCt.) gedurende eenigen tijd onveranderd bewaard kan worden na toevoeging van borax. iJVloet de oplossing slechts korten tijd (3 tot 6 dagen) goed blijven, dan is een gehalte van 0,5 pOt. boraat voldoende; 1 pCt. borax is noodig, om de vloeistof gedurende een maand op voldoende sterkte te houden, zonder dat bewaring in het donker of in geheel gevulde flesschen daarbij noodzakelijk is. V. I. Myo-salvarsan (zie ook Phurni. Weekbl. 1927, 407). Eenige maanden geleden werd door W. Ko 11 e (de leider van het Chemotherapeutische onderzoekingsinstituut „Georg Speyer-Haus”) inde Deutsche Mediz. Wochenschrift medegedeeld, dat het hem (met medewerking der chemici van de kleurstoffenfabriek Höchst, gelukt was, een arsenobenzolderivaat te bereiden, dat bij konijnen, zoowel subcutaan als intramusculair, zonder bezwaren kon ingespoten worden, dat even goed als de bekende salvarsanpreparaten de experimenteele konijnensyphilis genas en dat ook bij menschen zonder onaangename gevolgen kon gebruikt worden. In zijn artikel wijst Ko 11 e er op, dat in het buitenland reeds preparaten vervaardigd worden, die intramusculair kunnen ingespoten woiden, n.l. in Amerika het sulfarsphenamine, in Frankrijk het sulfarsenol en in Engeland het kharsulphan. Verder zegt hij, dat hij de experimenteele studie van het methyleensulfietsalvarsan, dat vroeger, wat zijn genezende werking betrof, niet voldeed, weer ter hand heeft genomen en dat het resultaat het vinden van het Myo-salvarsan is geweest. De formule van dit nieuwe preparaat wordt opgegeven als dioxydiamino-arsenobenzol-dimethaansulfonzuurnatrium. (Neosalvarsan is dioxydiaminoarsenobenzol-mono [en ten deele ook di-J methaansulfmezuurnatrium). Er wordt echter verzuimd te vermelden, dat sulfarsenol en de beide andere aangehaalde preparaten, eveneens de aan myo-salvarsan toegekende formule bezitten, met dien verstande, dat zoowel het Duitsche fabrikaat als ook de andere produkten vermengd zijn met anorganische zouten, waardoor het As-gehalte, dat volgens de formule ± 30 pCt. zou moeten bedragen, op ongeveer 19 pCt. is teruggebracht. Wij hadden ons dan ook afgevraagd, waarin het myo-salvarsan van het sulfarsenol zou verschillen, daar immers dit laatste middel reeds lang, ook in ons land, intramusculair wordt toegediend. Het eenige nieuwe zou dan zijn, dat myo-salvarsan, in vergelijking met neosalvarsan, minder gevoelig zou zijn voor zuurstof (een eigenschap, die ook al voor sulfarsenol was opgeëischt) en dat en dit was belangrijken de oplossing van myo-salvarsan gedurende uren aan den invloed der lucht kon blootgesteld worden, zonder te ontleden en zonder giftiger te worden. Nu komt echter een latere mededeeling (Apoth. Zeit. 19(27, 23 April)

455