VLUCHTIGE OLIëN. TEMPERATUUR-MODULUS VAN SOORTELIJK GEWICHT EN ROTATIE, door N. SCHOORL.

De nieuwe Pharmacopee geeft bij Olea volatilia enkel een algemeenen temperatuur-modulus van de refractie aan, n.l. van 0,0004, doch geen van het soort, gewicht of de rotatie. Dit is jammer, want men is nu verplicht, het soort, gewicht bij de aangegeven temperatuur, in het algemeen 15°, te bepalen en de rotatie bij 20°, wat niet onder alle omstandigheden een gemakkelijke opgave is. Van deze verplichting is men niet ontslagen door de omstandigheid, dat aan de genoemde grootheden tamelijk ruime spelingen zijn toegestaan, want in geval men op de grens van de toegelaten spelingen komt, zal zich de vraag voordoen, of de olie al dan niet voldoet, hetgeen dan afhangt van de temperatuur. Trouwens zijn voor de refracties even ruime spelingen toegestaan en daarbij is wel een temperatuur-modulus aangegeven.x) De temperatuur-modulus van het soort, gewicht zal even goed als die van de refractie voor alle vluchtige oliën op een gemiddelde waarde te schatten zijn, waarschijnlijk 0,00075. Dit n—l kan men namelijk afleiden uit de verhouding , die met de d temperatuur maar zeer weinig verandert en waarvan de gemiddelde waarde te berekenen is (zie tabel volgende bladz). Inde onderstelling, dat 0,0004 de algemeen geldende modulus voor de refractie en dus ook voor n—l (den teller) is, volgt daaruit dan de modulus voor d (den noemer). Als ruw gemiddelde komt uit de zoo berekende moduli dan inderdaad 0,00075. Zeer zeker is dit slechts een ruw gemiddelde, maar dit geldt even goed voor de refractie van 0,0004, gevolg van de omstandigheid, dat de verschillende vluchtige oliën zeer uiteenloopen in chemische samenstelling. 1) Het artikel Olea volatilia zegt hierbij: „wanneer de temperatuur niet te veel van 20° afwijkt.” Wat is „niet te veel”? In Indië is de temperatuur allicht 30°, bij ons soms 10°. De bedoeling van de Algemeene Regelen, bl. 9, is dan ook, dat de temperatuur bij de waarneming tusschen 10° en 30° mag liggen.

451