organische stoffen, die met jodium een blauwkleuring geven, waarbij wordt opgemerkt, dat die kleuring slechts optreedt, wanneer men uitgaat van colloïdale oplossingen. Uitvoerig wordt het karakter der jood-amylunwerbinding nagegaan in het proefschrift van 1. M. Kolthoff, waarin ook een volledige litteratuurlijst over dit onderwerp is te vinden. K. komt tot de conclusie, dat jood-amylum' niet als een chemische verbinding, doch als een adsorptiebinding te beschouwen is. De blauwkleuring der narceïnenaalden wordt zeer fraai verkregen, door de ingedroogde of zich in suspensie bevindende naaldjes boven jodiumkristallen te brengen. Ook dooreen zeer verdunde oplossing van joodkaJium en een spoor waterstofperoxyde ontstaat mooie blauwkleuring. Deze blauwkleuring verdwijnt door verhitting. Door langdurig bewaren der blauw gekleurde naalden ineen vacuumexsiccator worden de kristallen niet ontkleurd. Direct zonlicht blijkt pas na langdurige inwerking (20 uur in feilen zonneschijn) in staat te zijn, de blauwkleuring te vernietigen. Geconcentreerde oplossingen van natriurathiosulfaat of natriumibisulfiet ontkleuren de kristallen langzaam. Deze eigenschappen wijzen er op, dat, indien deze blauwkleuring ook hier een gevolg is van het optreden vaneen adsorptieverbinding, het jodium in elk geval veel vaster geadsorbeerd is dan bij joodamylum. Merkwaardig is verder de eigenschap (die men overal, waar over de kleuring gesproken wordt, vindt aangegeven), dat nareeïne door oplossingen, die veel jodium bevatten, bruin gekleurd wordt en door zeer verdunde oplossingen of in vloeistoffen, waarin het jodium in statu nascendi aanwezig is, blauw: ook door jodiumdamp worden de naalden blauw getint. In verband hiermee heb ik de kleuring nagegaan door jodium in verschillende oplosmiddelen en wel met die, waarin het jodium bruin oplost: joodkalioplossing, alkohol, aceton, aethylacetaat, tegenover de vloeistoffen, waarin het jodium paars oplost: zwavelkoolstof, tetrachloorkoolstof, chloroform en benzol. Merkwaardig is, dat de naalden door oplossingen, waarin het jodium met een bruine kleur is opgelost, ook meest bruin gekleurd worden, daarentegen door oplossingen, waarin het jodium paars is opgelost, meestal blauw.

355