azijnzuur, een negatief resultaat verkreeg bij een mengsel van gelijke hoeveelheden chinine en, cincbomidine.

Er rest mij nog, een merkwaardigheid van liet herapathiet mee te doelen. Wanneer men, nadat inden hangenden druppel, die, behalve 1 bSO,, enkel een chinineziout bevat, de hcrapathietkristallen zich niet meer vermeerderen, het preparaat bij zeer zachte warmte indroogt, blijft er een geel vernis achter. Koelt men dan het preparaat tegen een koud voorwerp af en plaatst men het, na het sterk beademd te hebben, om het verdampen van het door den adem aangebrachte water tegen te gaan, boven een uitgehold objectglas, dan zien we onder het microscoop karmijnroode kristallen ontstaan, die sterk dichroitisch zijn en waaronder kwadraten en rechthoekige prisma’s voorkomlen. Dit feit geeft mij aanleiding, om het voorschrift van Behreps 7), dat ook door Kley 8) overgenomen werd, om chinine als herapathiet aan te toonen, door uitte gaan van chinine, te ontraden. Behrens. Mikrochemische Analyse Org. Verbindungen. Heft 3, pg. 92. 8) Dehrens-Kley. Org. mikrochemische Analyse. 2e Aufl. pg. 254. Referaten. Het vrije rhodaan en zijne toepassing inde maatanalyse. Een nieuw getal bij het onderzoek van vetten. Ineen uitvoerig artikel (Arch. d. Pharm. u. Der. d. D. Pharm. Geseltsch. 1925, 675) bespreekt H. P. Kaufmann de literatuur over het vrije rhodaan, geeft verder verslag van eigen onderzoekingen, om ten slotte te komen tot de toepassing der titratie met behulp van rhodaan (rhodanometrie) bij het onderzoek van vetten. Er zijn slechts weinig vloeistoffen, waarin het rhodaan in oplossing zich gedurende eenigszins langeren tijd goed houdt. Tetrachloorkoolstof heeft daarbij de voorkeur. Van de door K. onderzochte oplosmiddelen bleek watervrij azijnzuur voor het vetonderzoek een geschikt oplosmiddel te zijn. Om dit te verkrijgen, werd het 99—100 pCt. preparaat van Kahlbaum met 10 pCt. PiO-, behandeld en daarna gedestilleerd. Het rhodaan werd volgens S cider b ac k bereid uit loodrhodanide en bromium. Pb(SCN)2 + Br 2 = Phßr2 + (SCN)a. Ter bereiding der oplossing wordt inde helft van het azijnzuur ineen goed sluitende stopflesch de berekende hoeveelheid bromium, met een overmaat van 5 pCt, opgelost, terwijl ineen tweede flesch inde rest van het zuur het met behulp van P205 gedroogde loodrhodanide (in 50 pCt. overmaat) gesuspendeerd wordt. De bromiumoplossing wordt, in kleine hoeveelheden, bij de tweede vloeistof

284