sche vakbladen), geeft de volgende methode van onderzoek (die door Ref. ook reeds werd toegepast). Het voedingsmiddel wordt achtereenvolgens geëxtraheerd met versch gedestilleerden, absoluten aether en met absoluten alkohol en vervolgens gedroogd. 3 tot 5 g. van de aldus ontvette grondstof (waarvan men de hoeveelheid omrekent op het oorspronkelijke materiaal) wordt ineen kolf van ongeveer 150 cm3, inhoud met glazen step bevochtigd met 10 cm3, absoluten alkohol en daarna met 15 cm3. 25 pCt. absoluut alkoholisch zoutzuur overgoten. Nu en dan schuddende wordt het mengsel na 3 uren gefiltreerd, het onopgeloste 3 maal met 15 cm3, absoluten alkohol, waaraan 2 cm3, alkoholisch zoutzuur is toegevoegd, uitgewasschen en ten slotte met 15 cm3, alkohol, waaraan een weinig aether is toegevoegd. Uit de verzamelde filtraten wordt de alkohol op het waterbad afgedestilleerd, de meestal geel- tot bruinroode rest met44so0—50 cm3, warm water gemengd, een kleine hoeveelheid phosphaatvrije dierlijke koel toegevoegd, even gekookt, de vloeistof warm gefiltreerd en het filter met warm water uitgewasschen. Aan het filtraat wordt ammonia tot duidelijk alkalische reactie en zoo noodig een paar druppels calciumchloride toegevoegd, om, het „minerale” phosphorzuur als tertiair calciumphosphaat neer te slaan. Dit wordt door filtratie verzameld, het filtraat ineen platina schaal tot droog uitgedampt, het daarin aanwezige glycerophosphorzuur met natriumcarbonaat en salpeter verbrand en samengesmolten, de smeltkoek in salpeterzuurhoudend water opgelost en het phosphorzuur volgens Woy bepaald. V. I. Het troebel worden van boorwater. E. Wirth (Meel. Wochenschr. door Pharm. Zeil. 1925, 1632) kreeg een tweetal monsters boorwater, uit apotheken, ter onderzoek* om na te gaan, waaraan het telkens troebel worden van die vloeistof inde voorraadflesschen was toe te schrijven. Hij vond in het boorwater torulagistcellen, welke hij ook inde lucht der apotheken aantrof. Dij controleproeven kreeg hij eenzelfde troebeling in opzettelijk met deze gistcellen geïnfecteerd boorwater. De wenken, welke hij geeft, om het troebel worden van boorwater te voorkomen, mogen niet nieuw zijn, toch is het wellicht nuttig, om ze nog eens te herhalen. 1. Het water, bestemd voor het oplossen van het boorzuur, moet versch gedestilleerd zijn of opgekookt worden. 2. De voorraadflesschen moeten deugdelijk gereinigd worden, hetzij met kokend water of nog beter door sterilisatie. Wanneer geert dezer beide hulpmiddelen toegepast kan worden, kan ook behandeling met sterk zwavelzuur dienst doen, waarbij natuurlijk voor totale verwijdering van het zuur moet zorg gedragen worden. 3. De voorraadflesschen moeten, nadat zij gevuld zijn. luchtdicht gesloten worden; zij moeten bij het aftappen niet langer dan noodig geopend worden. 4. Wanneer de oplossing inde voorraadflesch troebel wordt, wanneer dus de flesch geïnfecteerd is, mag eerst nieuwe oplossing bereid worden, nadat de flesch vooraf, op eender aangegevene wijzen, gereinigd is. V. I.

265