zondigd, en dit niet uit wetenschappelijk, maar uit algemeen menschelijk oogpunt. 'Men valt niet aan op een plaats, waar verdediging niet mogelijk is. In het uitnemende boek over Maatanalyse, dat Dr. Kolt h of f geschreven heeft, is de noot over het onderzoek van Dr. van U r k niet op haar plaats en ontsiert het boek eenigszins in veler oogen. P. VAN DER WIELEN.
Sulfas natricus. M. 'ML H. H. Ed. 111 der Ned. Pharm. geeft geen voorschrift omtrent eventueele vervanging van dit poeder door Sulfas natricus exsiccatus. Ed. IV schrijft uitdrukkelijk vervanging voor en wel 100 pCt. Ed. V geeft wederom geen voorschrift. Waaraan behoort een apotheker zich te houden? Aan Ed. IV, klaarblijkelijk chemisch onjuist, of aan Ed. V, waar geen vervanging aangegeven wordt, dus de apotheker niets mag veranderen aan een voorgeschreven recept? Men zou dus het uitgedroogde niet voor het gekristalliseerde mogen geven en dus poeder of poeders, die dit bestanddeel bevatten, ineen fleschje moeten afleveren? Wat zou het standpunt vaneen examencommissie moeten zijn? Hoogachtend, Dr. E. J. SWAAB, Het afleveren ineen fleschje zal, wanneer kristalwater vrij komt, niet veel helpen. Rationeel is, om in poeders Sulfas natricus door de overeenkomstige hoeveelheid Sulfas natricus exsiccatus te vervangen en het ontbrekende water te vervangen dooreen gelijke hoeveelheid melksuiker. Berichten, Examen Apothekers-Assistent. Inde maand Maart en, zoo noodig, inde eerstvolgende maanden van dit jaar zal gelegenheid worden gegeven tot het afleggen der examens ter verkrijging vaneen getuigschrift van apothekers-assistent. Zij, die tot die examens wenschenl te worden toegelaten, worden uitgenoodigd, daarvan vóór 2 Maart te doen blijken aan de voorzitters der examencommissiën, en wel aan dr. L. E. G oester, buitengew. hoog], te Leiden; W. C. deGraaff, hoogl. te Utrecht; dr. D. van Os, hoogl. te Groningen, en P. van der Wielen, hoogl gem. univ. te Amsterdam (Kloveniersburgwal 84), naar gelang van de plaats, waar zij wenschen te worden geëxamineerd. 'De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft hierbij uitdrukkelijk bepaald, dat bij de aangifte overgelegd moet worden een bewijs, dat in ’s Rijks schatkist de somma van / 10.— is gestort of wel de quitantie, die bij een afwijzing voor de eerste maal aan de candidaten is uitgereikt. Het bewijs van storting wordt verkregen, door op Postgiro no. 1 een som van f 10.— te storten. Door hen, die bij den postgirodienst zijn ingescheven, kan dit met behulp van een girobiljet geschieden; door anderen moet dit geschieden met
201