Het „Merkblatt” is bestemd voor artsen en apothekers en wil het den gebruikers gemakkelijk maken, door zooveel mogelijk slechts ééne methode voor elke qualitatieve reactie of quantitatieve bepaling te geven. Wij mogen niet veronderstellen, dat analytici (het mogen dan artsen of apothekers zijn), die zich bezig houden met de bijzondere bepalingen, welke door F is c h er zeer in het kort beschreven zijn (arseen of kwik in urine, suiker in bloed, enz.), zich niet van handboeken, waarin meer keus van te volgen werkwijzen te vinden is, zouden voorzien. Zij zullen het vaak ook niet zonder grootere werken kunnen stellen, omdat het „Merkblatt” niet voldoende geeft. Zoo wordt bijv. bij de bepaling van suiker in urine aangeraden, om te polariseeren of te vergisten; zonder aanwijzingen voor de manier van uitvoeren. Nadat een jonge medewerker van F. ineen suikervrije urine, die koperproefvocht reduceerde, 0,3 pCt. suiker vond, gebruikt F. de kopermethoden, in welken vorm ook, slechts inde hoogst noddige omstandigheden. De Schr. heeft wel erg vlug het vertrouwen inde analyseerende menschheid verloren! V. I. Ingezonden. Een schrijftafelvoorschrift? Dr. van U r k vergeet, de voorgeschiedenis van zijn publicatie te vermelden. Wanneer iemand ondanks de gedocumenteerde waarschuwing van deskundigen er toe overgaat, een verhandeling, zooals de betreffende van Dr. va n U r k, te publiceeren dan voel ik me gedrongen, er kort en bondig tegen te waarschuwen ter plaatse, waar het mij belieft. leder, die tot oordeelen is bevoegd, zal direct begrijpen, dat de door Dr. van Urk geciteerde noot uit mijn boekje niet gericht is tegen de vele fouten in zijn verhandelingen (fouten maken we allemaal wel eens op onzen tijd), maar wel tegen de tendens der publicatie, om voor ie schrijftafel tot het „richtige” voorschrift te komen. Heeft Dr. va n U r k wel eens een oplossing met b.v. 20 mg. chloor per liter volgens zijn „richtige Vorschrift” getitreerd? Indien dit het geval is, zal hij het wel met me eens zijn. De analytische chemie heeft een periode gehad, waarin ze zuiver empirisch was. Dit was niet bevorderlijk voor haar ontwikkeling. Het omgekeerde n.I. het geven van practisohe voorschriften alléén met behulp van theoretische afleidingen is schadelijk voor hare ontwikkeling. I. M. KOLTHOFF. Hiermee willen we deze discussie sluiten. Het is, wanneer de opmerking van Dr. Ko 11 ho f f juist is, een fout, dat men een onderzoek publiceert, zonder behoorlijke controle, maar als alle overhaaste publicaties eens even streng beoordeeld werden als Dr. Ko 11 ho f f het de publicatie van Dr. van U r k doet, dan was er zeker in onze tijdschriften plaatste kort. Wel is het wenschelijk, dat kritiek niet uitblijft, maar ook hier geldt het „suaviter in modo fortiter in re” en het wijze woord „wie Uwer zonder zonde is, werpeden eersten steen”. In één ding heeft echter Dr. Ko1;t h o f fin mijn oogen ge-
200