normale sulfaat, omdat het filtraat met kinine verzadigd is, daar bij het neutraliseeren een kleine overmaat loog niet te vermijden is.
Kinine. 0,7 g. kinine, 40 cm3, water, 15 tot 20 cm3, verdund zwavelzuur voor het oplossen,! druppel methylrood en verder als bisulfaat. Kinine tomaat. De aetherische oplossing van het alkaloïde, verkregen van 1 g. tannaat, wordt verdampt ineen kolfje van 50 cm3., de rest wordt opgelost in 20 cm3. water en 15 tot 20 druppels verdund zwavelzuur, de oplossing warm geneutraliseerd, na bekoeling 3 g. kaliumsulfaat toegevoegd, V2 uur in het waterbad van 20° geplaatst, gefiltreerd dooreen wattenpropje en 10 cm3, filtraat gemengd met 5 cm3, water en 1 druppel natronloog. Op deze wijze werkende, kan in het hydrochloride, het bisulfaat en de vrije base nog 3 pCt. cinohonidine met zekerheid gevonden worden. Bij het tannaat doet 10 mg. cinohonidine in 250 mg. rest nog een zeer duidelijke troebeling ontstaan. V. I. Het schimmelen van pharmaceutische stropen. De stropen, zoowel van onze als van andere pharmacopeeën, hebben de eigenschap, dat zij bij langdurige bewaring gaan schimmelen. Het beste zou zijn, om alle stropen in kleine fleschjes te steriliseeren, maar ook dit voorkomt niet, dat, indien eenmaal een flesch is aangebroken, de ongewenschte schimmellaag de orde komt verstoren. Sabalitschka schrijft hierover inde Pharm. Zentralhalle en is van meening, dat, waar bij verschillende voedingsmiddelen, die dagelijks in groote hoeveelheden worden gebruikt, het toevoegen van een onschuldig conserveeringsmiddel geoorloofd is, er ook geen redenen bestaan, om bij pharmaceutische stropen, waarvan 20—50 g. per dag wordt gebruikt, de toevoeging van zulk een conserveeringsmiddel te verbieden. Het Duitsche Nahrungsmittelbuch heeft hiervoor benzoëzuur en benzoëzure zouten aanbevolen en ook mierenzuur wordt voor dit doel zonder bezwaar gebruikt. De nieuwe Zweedsche pharmacopee heeft dan ook het gebruik van een conserveeringsmiddel bij de officieele stropen toegelaten, om bederf door microörganismen tegen te gaan. Dit conserveeringsmiddel moet chemisch zooveel mogelijk indifferent zijn. De conserveerende eigenschappen van benzoëzuur zijn in hooge mate bij het zuur aanwezig en minder bij de zouten, zoodat ineen alkalische stroop, zooals rhabarberstroop, de schimmelwerende eigenschap minder tot haar recht komt. Een hoeveelheid van 0,15 pCt. is inden regel voldoende. In plaats van benzoëzuur en benzoëzure zouten, wordt door hem aanbevolen de paraoxybenzoëzure methylester, welke ook als „Nipagine” of „Solbrol" inden handel komt. H. Oleum ferratum concentratum. De staalhondende levertraan, welke in Onze pharmacopee is opgenomen, voldoet weinig, omdat het ferribenzoaat moeilijk oplost en het verwarmen van levertraan niet bevorderlijk is voor den goeden smaak van dit praeparaat. Volgens het Erganzungsbuch van den Deutschen Apotheker-Verein en de Zweedsche pharmacopee gaat men uit van ijzer, aan vetzuur gebonden, verkregen, door sapo oleaceus met ferrichloride te praecipiteeren, het neerslag te verzamelen en uitte wasschen en
196