redenen bij genomen proeven bleken, niet bruikbaar te zijn, om het onderscheid tusschen steranijs- en anijsolie aan te toonen.
Bij toepassing op Oleum Bucalypti ontstonden, onder inachtneming van de noodige voorzorgen, goede dubbelverbindingen, die aan de beschreven eischen voldeden. Bijna alle ontleden zich bij bewaring, waarbij het cineol vervluchtigt en de andere component terug blijft, in geval die niet voor vervluchtiging vatbaar is, daar het hydrochloraat geheel verdwijnen kan. Het tweetal, dat wel bruikbaar was voor het beoogde doel, werd door ferrocyaankali en ferricyaankali gevormd. Werd 10 g. eucalyptusolie met 1,40 g. ferrocyaankali, in 8 g. water opgelost, en 20 cm3. 10 pCt. zoutzuur geschud, zoo ontstond een overvloedig neerslag, dat op een filter verzameld werd en herhaaldelijk tusschen filtreerpapier afgedrukt, totdat het geen olievlek achterliet. Daarna bij gewone temperatuur gedroogd. Onder ’t microscoop bleek het uit goed gevormde naalden te bestaan van cineol-ferrocyaanhydraat. Schudt men 8 g. eucalyptusolie met 25 g. ferricyaankali, in 75 cm3, water opgelost, en 25 cm3. 20 pCt. zoutzuur, zoo ontstond ook hier een flink kristallijn neerslag, dat, na verzameld en afgedrukt te zijn tusschen filtreerpapier, zooals hiervoor reeds is meegedeeld, onder ’t microscoop naalden te zien gaf, die veel op de met ferrocyaankali gevormde geleken. Wordt de proef op steranijsolie toegepast, door 10 cm3, van deze olie met 0,700 g. ferrocyaankali. opgelost in 4 cm8, water, na toevoeging van 10 cm8. 10 pCt. zoutzuur, te schudden, zoo ontstaat hierbij een sterk volumineus wit neerslag, dat op een filter verzameld werd en daarna herhaaldelijk tusschen filtreerpapier afgedrukt, totdat geen olievlek achterbleef, waarbij witte kristallen gevormd bleken te zijn. Deze kristallen, waarvan de opbrengst gering was, wat niet anders waste verwachten, daar het cineolgehalte niet groot is, deden zich onder het microscoop voor als witte goed gevormde naalden. Het verloop van de reactie kan als volgt voorgesteld worden: 2Ci„HIBO+K4Fe(CN)6+4HCI 2CioHieO,H4Fe(CN)B + 4KCI. Schudt men nu op dezelfde wijze 10 cm8, anijsolie met 0,700 g. K4Fe(CN)B, in 4 cm3, water opgelost, na toevoeging van 10 cm'. 10 pCt. zoutzuur, zoo ontstaat er geen overvoedig volumineus neerslag, maar meestal een opalesceerende vloeistof; veelal scheiden zich de beide vloeistoffen in twee lagen helder af, ook
193