De conclusie, waartoe de analyse-cijfers van tabel Vil, in vergelijking met de tabellen IV en V, aanleiding geven, is, dat met de selectie van de stamplanten in stamgroep 111, ook constituties met hooger en lager alkaloïde-gehalte werden geïsoleerd, voornamelijk met betrekking tot het wortelgehalte. Uit stamgroep V werd alleen V 13 Ei onderzocht, merkwaardig door den eigenaardigen kelkvorm. Deze analyse-cijfers geven geen reden tot bijzondere opmerkingen. Een overzicht der analyse-cijfers van stamgroep en Fi-generatie geeft onderstaande tabel VIII.

TABEL VIII. wortels toppen | stengels I bladeren Totaal Stamgroep V 0.108 % 0.079% 0.078 % 0.043 % 0.065 % Yl3 F, 0.159 „ 0.086 „ 0.087 „ 0.041 „ 0.061 „

Een nadere bevestiging van de beteekenis van het wortelgehalte voor de constitutie van de plant werd verkregen door de analysen van de Fi-generaties der reciproke kruisingen van II 7 niger en VI4 vallichis. De alkaloïde-cijfers van de Fi-generaties der beide stamplanten (zie tabel IV en V) zijn onmiddellijk vergelijkbaar met de Fi-generaties van de kruisingen, welke gelijktijdig daarmee verzameld en op alkaloïde-gehalte onderzocht konden worden. Een overzicht der uitkomsten van de analysen en de graphische voorstelling geven tabel IX en fig. 20.

TABEL IX. j wortels 1 teppen stengels bladeren | Totaal VI 4 pall. F1 0,143% 0.090% 0.120 % 0.036% 0.068% 7 nig X 4 pall. F, 0.165 „ 0 087 „ 0,079 „ 0.088 „ 0.064 „ 4 pall. X 7 nig. Fj 0.164 „ 0.081 „ 0.078 „ 0 034 „ 0.059 „ II 7 nig. Fj 0 189 „ 0 098 „ 0.071 „ 0.035 „ 0.060 „

De feiten, uit deze bepalingen af te leiden, zijn: I°. een merkwaardige overeenkomst der partieele analysen van de reciproke bastaardgeneraties; voor de wortels 0,164 pCt.—0,165 pCt. en voor de stengels 0,078 pCt.—0,079 pCt. is

132