Desniettemin heeft M. T h o ma n n, chef van den militairen pharmaceutischen dienst in Zwitserland, aangetoond, dat van deze gecontroleerde thermometers uit Duitschland er 2,6 procent wegens onjuiste aanwijzing en 3,8 procent voor constructiefouten moesten worden afgekeurd. Ook Dr. T ramasure heeft dit opgemerkt bij thermometers, welke in België voor de coöperatieve inkoopvereenigingen der apothekers aldaar worden betrokken. Hij schrijft dit toe aan de omstandigheid, dat de thermometers in Duitschland aan de fabriek worden gecontroleerd, zoodra zij gereed zijn voor verzending. Na deze controle ondergaat het glas nog veranderingen en deze zijn van invloed op de aanwijzing. Terwijl bij controle, na een maand bewaren, ongeveer 5 procent der thermometers moesten worden afgekeurd, bedroeg dit aantal na 6 maanden ongeveer 8 procent. Werd na wederom 6 maanden wachten, de goedgekeurde partij opnieuw gecontroleerd, dan moest ongeveer 1 procent worden afgekeurd. Hij is daarom van meening, dat eene doeltreffende controle der koortsthermometers eerst kan plaats vinden één jaar, nadat zij door de fabriek zijn afgeleverd. Hl Giftige honig uit Pontisch Klein-Azië. In Die Naturwissenschaften van 1926 (blz. 976) verscheen een artikel van K. Krause over giftigen honig uit Pontisch Klein-Azië, welk artikel o.a. in het Handelsblad gerefereerd werd. Van deskundige zijde erop opmerkzaam gemaakt, heeft de redactie van laatstgenoemd blad alsnog dit referaat aangevuld met de mededeeling, dat reeds vroeger dobr Nederlandsche onderzoekers, o.a. door P1 ugg e, de oorzaak van die giftigheid is vastgesteld. In no. 52 van Die Naturwissenschaften komt thans ook een aanvulling voor van de hand van prof. va n 11 all ie op het artikel van Krause. Daarin wordt o.a. eraan herinnerd, dat P 1 u g g e inden honig, afkomstig van de nectariën van Rhododendron ponticum, andromedotoxine heeft aangetoond en dat P I u g g e en zijn leerlingen uiteen aantal Ericaceae dezelfde giftige stof hebben afgescheiden. V. I. Over de samenstelling van eenige op verschillende wijzen bereide thee-extracten. Wij mogen er buitenlandschen tijdschriften geen al te groote grief van maken, als zij Nederlandsche onderzoekingen over het hoofd zien (zie het bovenstaande bericht), wanneer wij zien, dat onze eigen tijdschriften zich aan dezelfde, zoo niet nog ergere, fout schuldig maken. In De Indische Mercunr van 29 December j.l. komt een uitvoerig artikel voor van de Afdeeling Handelsmuseum van het Koloniaal Instituut over de samenstelling van eenige op verschillende wijzen bereide theeëxtracten. Daarin wordt o.a. gezegd: „dat weliswaar reeds verschillende onderzoekers zich bezig hebben gehouden met de chemische analyse van de theeschenk (en dan worden een 4-tal Engelsche literatuuropgaven bijgevoegd. Berichtg.), maar dat, voor zoover kon worden gevonden, geen vergelijkende onderzoekingen, ten doel hebbende, den smaak van op verschillende wijzen bereide schenken te bestudeeren, zijn uitgevoerd”. In dit laatste vergist de Schr. zich. Van de hand van prof. van derWielenisin 1909 een artikel over „Dé juiste manier, om thee

108