twee eeuwen geleden is echter de spécialitévoorschrijvende en als medisch adviseur van spécialité-fabrikanten optredende geneesheer van het heden en bevoegde en onbevoegde charlatannerie zijn per slot van rekening broertje en zusje. Wat is erger: een geletterde of een ongeletterde boef? We vreezen, dat weinigen niet zullen zeggen de eerste. En zoo staat het ook met de verhouding tusschen bevoegde en onbevoegde kwakzalvers. Helaas is de rechtvaardigheid op dit ondermaansche slecht verdeeld. Men hangt kleine boefjes op en laat groote boefjes loopen.
Het boek was, morgen aan den dag alle spécialités zonder vorm van proces te verbieden, alle specialité-verkoopers op te hangen en hun bezittingen, voor zoover van chemischen en pharmaceutischen aard, te confiskeeren. Zelfs als dat alleen te bereiken was, door tevens de geschiedenis der artsenijbereidkunst te beëindigen en alle apotheken te sluiten, zou dit offer geenszins te groot zijn”. (Met een beetje minder kras optreden zouden we wellicht ook wel toe kunnen en de schrijver moet zich wel kerngezond en vrij van alle kleine bezwaartjes als wat hoofdpijn, wat kiespijn, een klein verwondinkje, enz. weten, om nu maar op eens een einde te maken aan het bestaan van alle apothekers. Hij zou de meest actieve medesrijders tegen de specialités hierbij tevens verliezen. V. D. W. Onze nieuwe pharmacopee en de dierenarts. In het Tijdschrift voor Diergeneeskunde (van 15 Januari 1927) komt een deskundig gesteld artikeltje, geteekende B. S. (iB. Sjo 11 e ma?) voor, waarin de vijfde uitgave onzer pharmacopee, bezien vaneen veterinair standpunt, wordt aangekondigd. Wij citeeren uit deze aankondiging de voorlaatste alinea: „Uit het bovenstaande moge blijken, dat enkele veranderingen voor den dierenarts van belang zijn, doch dat hij zich in vele opzichten aan de invoering van de vijfde uitgave der Nederlandsche pharmacopee niet veel behoeft te storen.” V. I. Staaldraadtouw-Liassen. Het Ingenieursbureau A. Schu i tem a, te Amsterdam, zond ons ter kennismaking een lias, die tegen den tand des tijds bestand is en niet, zooals dikwijls met onze touwen liassen het geval is, halfweg de twintig jaren, dat de recepten bewaard moeten blijven, bezwijken en den aangeregen inhoud, als het bloed van de vrouwen van Blauwbaard, laten vallen op den bodem der kast, waarin de nog onbezwekene hangen. De lias, die een uitvinding is van den heer Van Dalen, bestaat uiteen stuk roestvrij staaldraadtouw, aan welks einde een knopje met afsluitplaat, waarin een aanteekenpapier, dat gelegenheid geeft, om de tijden aan te geven, waartusschen de data der aangeregen recepten liggen. Een haak met een plaatje met twee inkepingen, een gepatenteerde greep, maakt het mogelijk, de lias zonder knoop op te hangen. Controle van koortsthemomelers. In Duitschland is thans de controle der koortsthermometers officieel voorgeschreven en geen thermometer voor geneeskundig gebruik mag in Duitschland verkocht worden, indien deze niet is voorzien van het merk, waaruit de ambtelijke controle blijkt. Ook voor den export moeten de koortsthermometers eerst door het Rijksonderzoekbureau op hunne juiste aanwijzing zijn onderzocht. .
107