ken wij U beleefd, in ’t eerstvolgend verschijnend Pharmaceutisch Weekblad daaraan nog volledigheidshalve te willen toevoegen, dat niet alleen volgens de meening van de groothandelaren het artikel Sirop Famel niet gerangschikt behoort te worden bij artikelen, die onder de Opiumwet vallen, maar dat ook de Inspecteur van de Volksgezondheid, de Heer C. G. Baert, te ’s-Gravenhage, ons reeds op 24 Augustus 1923 dezelfde meening heeft te kennen gegeven. Wij' hebben in ons bezit een schrijven van genoemden datum, luidende als volgt: . , , In verband met een verzoek om inlichtingen, tot mij gericht „door de firma Meindersma, te ’s-Gravenhage, betreffende „het al dan niet toelaatbare van den invoer van Sirop ramel, "kan ik verklaren, dat dit geneesmiddel steeds vrij is bevonden "van morphine, of eenig onder de opiumwet vallende stof. De Inspecteur van de Volksgezondheid: w.g. C. G. BAERT.” Wij vertrouwen wel, dat U aan ons verzoek zult willen voldoen en teekenen, U bij voorbaat beleefd dankzeggende, Hoogachtend, Fa. B. MEINDERSMA. Berichten. De Nederlandsche Pharmacopee. Bij Kon. besluit van 4 dezer is bepaald: , , De vijfde uitgave der Nederlandsche Pharmacopee, door den minister van arbeid, handel en nijverheid gewaarmerkt, wordt, alleen inde Nederlandsche taal, vastgesteld en het tijdstip der invoering bepaald op 1 April 1927, met dien verstande, dat het geoorloofd zal zijn tot 1 Juli 1927 de geneesmiddelen inde apotheek voorhanden te hebben en af te leveren, welke voldoen aan de gelijknamige middelen, beschreven inde vierde uitgave der Nederlandsche Pharmacopee, voor zoover althans het gehalte aan werkzame bestanddeelen niet verschilt van hetgeen door de vijfde uitgave wordt verlangd. Ten opzichte van geneesmiddelen, welker benamingen zijn gewijzigd, wordt voor het aanbrengen van deze benamingen een overgangstijd tot 1 Januari 1930 toegestaan. De vierde uitgave der Nederlandsche Pharmacopee vervalt op 1 April 1927. . De middelen inde Pharmacopee met het teeken punt ineen cirkel aangeduid, behoeven niet in elke apotheek voorhanden te zijn. Inde laatste alinea (ad 3 van het desbetreffende Kon. Besl. St.bl. No. 1) zullen de woorden „behoeven niet” vervangen moeten worden door het woord „moeten”, terwijl het woordje „te moet vervallen. ~ .... Een woedende aanval op de specialités. St( ra üb) schrijft op het einde van de „Kroniek” in het no. van 15 Januari 19z7 van „Voeding en Hygiëne” (blz. 1%) het volgende naar aanleiding van een citaat uit het eerste nummer van het door Dr. van Ranouw in 1723 opgerichte tijdschriftje „Esculapius”. „De receptdokter van

106