worden aangenomen. Naast de vollegrondskulturen werden in enkele gevallen ook potkulturen aangelegd. Het kweeken van eenjarige vormen heeft in het algemeen geen bezwaar opgeleverd. Mijn kuituren van tweejarige vormen zijn zoowel in 1922 als in 1923 te gronde gegaan in het rosetstadium. Een onbekend verschijnsel is dit niet. Ik heb de eerstejaarsrosetten in het najaar meestal plotseling zien afsterven, zonder de oorzaak te kunnen constateeren. De turgor schijnt, om een of andere reden, op eens uit de geheele plant te verdwijnen; de bladen vallen slap en de plant gaat onherroepelijk te gronde. Meestal blijkt de wortel bij deze exemplaren min of meer week geworden. Mogelijk kan hier aan een schimmelinfectie gedacht worden. Het heeft den schijn, alsof de ziekte besmettelijk is en de naburige planten eveneens aantast. Verreweg het grootste deel van de tweejarige planten ging op deze wijze verloren. De resteerende exemplaren bleken den winter niet te kunnen doormaken. Het is mij evenmin mogen gelukken, in potten gekweekte exemplaren, overwinterd ineen konden bak, groot te brengen; deze rosetten bezweken altijd in het voorjaar. Door dezen tegenslag werd mij de mogelijkheid van voorgenomen kruisingen tnsschen één- en tweejarige vormen ontnomen en mijn proeven moesten beperkt blijven tot de groep der éénjarigen, De jaren 1922—'25 hebben over het algemeen mooie, gezonde, kuituren opgeleverd. In 1923 waren de weersomstandigheden het minst gunstig. Hoewel het gewas in andere jaren over het geheel wat weliger en krachtiger was, zijn toch de kuituren in dit jaar niet beneden een normale ontwikkeling gebleven. Gemiddeld zijnde planten bij het begin van den bloei ca. 50 cm. hoog, terwijl de uitgebloeide exemplaren ca. 100 a 120 cm. bereiken. Zeer krachtig ontwikkelde planten worden soms veel hooger (tot ca. 180 cm). Het zaad van H. niger kiemt onregelmatig. In 1921 deed ik pogingen, zaad te laten kiemen ineen thermostaat, waarbij de atmospheer verzadigd werd gehouden met waterdamp. Het resultaat was zeer onbevredigend. De kieming bleef onregelmatig en het kiemingspercentage bedroeg inden loop van vier weken nog geen 10 pCt. Het zaaien in gesteriliseerde bladaarde geeft veel betere resultaten. Niet alleen gaat het kiemingspercentage vooruit, maarde kicmplantjes komen ook gelijkmatig op. Het kiemingspercentage steeg tot ca. 80 pCt. Worden de

84