in het Weekblad opgenomene. Deze waren echter niet voor opname in het Weekblad bestemd; de inhoud komt echter hierop neer, dat het bezwaar, dat men tegen Zondagsluiting heeft, vooral veroorzaakt wordt door het feit, dat er apothekers zijn, die op de dagen, dat hun apotheek voor den dienst is aangewezen, deze aan hun personeel overlaten. Men heeft er geen bezwaar tegen, dat dergelijke apothekers mede van de sluiting genieten, echter wel, dat in dergelijke apotheken de dienst wordt waargenomen door assistenten. Men deelt me verder mee, dat juist de apothekers, die den geheelen dienst aan het personeel overlaten, de eersten zijn, om reclame te maken met het feit, dat hun apotheek steeds open is voor het publiek. Wanneer door de invoering van verplichte wettelijke sluiting aan dergelijke zeer ongewenschte toestanden een einde zou worden gemaakt, dan zouden de voordeelen grooter zijn dan de nadeelen. V. D. W. Berichten. Rechtszaken. Gisttaminetabletten geen geneesmiddel. De kantonrechter te Leiden heeft Donderdag 30 Dec. C. v. Chr., drogist te Leiden, die vervogd was wegens overtreding van de wet op de artsenijbereidkunst, vrijgesproken (zie ook Ph. W. 1926, blz. 1466). Chr. had zoogenaamde gisttaminetabletten ten verkoop in voorraad gehad, welke tabletten o.m. dimethylamidoantipyrinum zouden bevatten. In het vonnis overwoog de kantonrechter 0.a., dat niet bewezen is, dat de tabletten als geneesmiddel waren verkocht, noch werd voldoende bewezen geacht, dat deze dein de dagvaarding genoemde stof bevatten. Indien dus gisttamine-tabletten als geneesmiddel waren verkocht en de kantonrechter de overtuiging had gekregen, dat deze gist(?) tabletten pyramidon bevatten, dan zou een vrijspraak uitgesloten zijn geweest. Nu zal men moeilijk kunnen beweren, dat de gedagvaarde onbevoegde de tabletten als poetsmiddel of als verfwaar of iets anders, wat des handelaars in verfwaren is, zal hebben verkocht en voor ieder met gezond verstand staat vast, ook zonder dat dit uiteen bepaling ineen of ander wetsartikel blijkt, dat bij het aanbieden van gisttaminetabletten de aanbieder zijn best doet, om den volke kond te doen, dat men met een geneesmiddel heeft te doen. Voor ieder deskundige staat niet minder vast, dat pyramidon een bestanddeel van gisttaminetabletten is. Eenige zekerheid geeft dus een dergelijke uitspraak den onbevoegden geneesmiddelverkoopers allerminst, terwijl de fabrikant van de gisttaminetabletten zich zeer benadeeld zou achten, wanneer onder elk reclamebericht van hem kwam te staan „Volgens de beslissing van den Kantonrechter te Leiden is gisttamine geen geneesmiddel.” Drogist en Apotheker. Naar aanleiding van het op blz. 1466 van den vorigen jaargang cpgenomen bericht, schrijft de Heer S w ie r in De Drogist van 29 Dec., blz. 379, het volgende: „De volgende kantteekeningen meen ik te moeten geven: 1.) Art. 1 van de Wet van 1865 zegt, dat onder uitoefening van

27