Ingezonden.
Zeer Geachte Hoofdredacteur, Na een met U gevoerde correspondentie, zal het U niet bevreemden, ofschoon het U niet onbekend is, dat ik omtrent het beheeren vaneen apotheek zeer conservatieve beginselen huldig, dat ik in zake Zondag- en nachtsluiting toch geheel aan de zijde van collega H o fma n sta. De door U en collega Smeding naar voren gebrachte objecties kunnen m.i. zeer eenvoudig worden ondervangen Het zou toch al bijzonder toevallig wezen, dat des Zondags of des nachts alleen de apotheken van niet bonafide apothekers ter plaatse zouden geopend zijn; dit is niet aan te nemen. Wat belet nu collega Smeding, om op de kaart, die hij bij eventueele verplichte Zondagen nachtsluiting voor zijn raam zal moeten hangen, deze niet-bonafide apothekers eenvoudig niet te vermelden? Met de tegenwoordige regeling is een en ander niet te bereiken; de wetgever moet hier dwingend ingrijpen. Door de Zondagsluiting der apotheken is bovendien op verschillende plaatsen het voorschrijven van recepten op de Zondagen al belangrijk verminderd en bij een wettelijk doorgevoerde nachtsluiting zal dit ook op het voorschrijven van nachtrecepten beslist van invloed zijn. Sinds de medici zeer terecht hun nachttarieven sterk hebben verhoogd, komt het b.v. in mijn apotheek, waar ongeveer evenveel particuliere als ziekenfondsrecepten worden gereed gemaakt, hoogst zelden meer voor, dat ik des nachts word lastig gevallen voor het gereed maken vaneen particulier recept; steeds zijn het recepten van ziekenfondsleden. Wanneer deze ziekenfondsleden maar eens een paar maal een vergeefsche nachtelijke tocht naar hun gewone apotheek hebben moeten maken, dan zullen zij, eveneens als de particulier, èn de dokter èn ons des nachts meer met rust laten. Bovendien zou aan het gilde van niet bona-fide apothekers spoedig een einde komen, wanneer de wetgever den apotheker dwong om te wonen in het pand, waarin hij zijn beroep als apotheker uitoefent. Hierop zouden kunnen worden uitgezonderd apothekers van gestichten, ziekeninrichtingen en militaire hospitalen. Op de departementsvergaderingen is dit voorstel reeds meerdere malen door mij naar voren gebracht en als bezwaar werd dan aangevoerd, dat er dan enkele slachtoffers zouden vallen onder de bona-fide apothekers Hierop werd door mij gerepliceerd, dat de invoering van de Arbeidsmspectie ook wel eemge slachtoffers heeft geëischt. Het maatschappelijk belang gaat boven het belang van enkelen; aux grands maux, grands remedes; de toestand van thans is toch meer dan schandelijk. . troop dus, dat de Minister in zijn ontwerpwet op de verplichte winkelsluiting de apothekers en vooral de adsistenten niet zal vergeten en dat Zijn Excellentie ineen eventueel nieuw wetsontwerp betreffende de uitoefening der geneeskunst, artsenijbereidkunst, enz RCtn voorstel moge rekening houden. Hoogachtend, Breda, 29.12. 26. D. J. K. WETSELAAR. Ook van andere zijde kreeg ik mededeelingen over de Zondagen nachtsluiting inde apotheek naar aanleiding van het hierover
26