wijze van uitvoering, inde gebruikelijke handboeken te worden opgenomen. Een bijzonder voordeel van de pyramidonproef is bovendien nog, dat de hiervoor benoodigde reagentia in voldoenden graad van zuiverheid in iedere apotheek verkrijg' baar zijn.

Voornamelijk werd onderstaande literatuur bij ons onderzoek geraadpleegd: Dr. I. Snap p er, Groningen. Het aantoonen van bloed inde ontlasting. Tijdsohr. v. Geneesk. 1915, 1515. Dr. I. Snapper. Over de noodzakelijkheid van het spectroscopisch onderzoek voor het aantoonen van bloed inde ontlasting. Tijdsohr. v. Geneesk. 1918, 10. Diagnostik und Therap. der Magenkrankheiten, van Prof. Dr. I. Boas, 8e und 9e Auflage, bladz. 211 e.v. Gregersen, Untersuchungen über okkulte Blutungen. Boas’ Archiv, 25. Berlin 1919. Koopman, Zur Frage des Nachweises des okkulten Blutes im Stuhl. Boas’ Archiv 28, 1921. Referaten. De arsenobenzolpreparaten, welke inde geneeskunde gebruikt worden, zijn mengsels van chemische stoffen. Het onderzoek van deze preparaten ligt op het gebied der analytische scheikunde. Deze beide „stellingen” tracht F. de Myttenaere (Journ. Pharm. Relgique, 1925, 721), van wiens arbeid op het terrein der salvarsania wij reeds vroeger (Pharm. Weekbl. 1923, 1052) uitvoerig mededeeling deden, thans ineen nieuw artikel te verdedigen. Hij zet nog eens het verschil tusschen de meest gebruikelijke salvarsania uiteen, spreekt over de verhouding As/N en geeft een wijziging van de door Mac all u m aanbevolen methode, om de oxydeerbaarheid der salvarsanpreparaten met iodium in zuur en in alkalisch milieu te bepalen. Daarbij voert hij, behalve de reeds door hem gebruikte grootheid D. M. (initialen van hemzelf), nog 2 nieuwe in: P. R. P. (pouvoir réducteur partiel) en P. R. T. (pouvoir réducteur total). Hij is nu in staat en hij licht dit met voorbeelden toe —, om vaneen salvarsanpreparaat van het type neosalvarsan of sulfarsenol alle mogelijke gegevens te verzamelen: aard van het preparaat (neo of sulfarsenol), 1 of 2 zwavelhoudende groepen, verder het percentage van de arsenikhoudende kern, van de zwavelhoudende substitueerende groep in binding en in overmaat, van het natriumsulfiet, het natriumsulfaat en het natriumchloride en eindelijk de

22