lil. De phenolphthalinemethode (Boa s I. c. bladz. 221).

Ongeveer 5 gram faeces worden ineen tuitmortier afgewreven met 10 cm3, sterken spiritus, waaraan toegevoegd zijn 10 druppels ijsazijn. Bij het filtraat voegt men 10 druppels phenolphthaline-reagens en 10 druppels waterstofperoxyde 3 pCt. Bij aanwezigheid van bloed treedt roodkleuring op. IV. De spectroscopische methode volgens Snapper (Ned. Tijdschr. v. Gen. 1918, bladz. 10). De patiënt, wiens faeces voor het onderzoek gebruikt moesten worden, werd, om te beginnen, op zgn. vleeschloos dieet gezet. Na vier dagen werd de ontlasting volgens bovenvermelde methoden onderzocht. Het resultaat was bij alle negatief. Daags na het onderzoek kreeg de proefpersoon twee gram haematogeen. ’s Anderen daags werd bij alle methoden van onderzoek duidelijk positief resultaat verkregen. Hierna werd het vleeschloos dieet weder voortgezet, zonder haematogeen-toediening. Na enkele dagen was bij alle proeven de uitkomst weer negatief. De patiënt kreeg nu V2 gram haematogeen gedurende twee dagen. Het onderzoek gaf negatieve resultaten. Vervolgens werd drie achtereenvolgende dagen één gram haematogeen toegediend. Bloed bleek inde faeces nog niet aan te toonen. Hierop volgde, gedurende vier dagen, telkens IV2 gram haematogeen per dag. Na den vierden dag gaven alle vier methoden zwak positieve resultaten. Bij verdere toediening van Ingram haematogeen daags, werden de reacties allengs duidelijker. Daar de door ons gebruikte haematogeen ongeveer hetzelfde haemoglobinegehalte bezit als normaal bloed, kan worden aangenomen, dat dit inde verkregen uitkomsten geen verandering brengt. Vatten wij ten slotte de resultaten van bovenstaande proefnemingen samen, dan komen wij tot de volgende conclusies: 1. Dein 1918 door Th évenon en Rolland aangegeven pyramidonproef voor het aantoonen van bloed bij okkulte bloedigen, komt in gevoeligheid overeen met de reeds oudere, boven vermelde, katalytische methoden. 2. Ondanks de veelvuldig soms zeer ongunstige beoordeelingen, blijken alle boven beschreven methoden, inde aangegeven modificaties, betrouwbare resultaten te geven. 3. Van de katalytische methoden verdient 0.i., naast de benzidineproef, de pyramidonproef, wegens haar gemakkelijke

21