maquis of monte bajo, dan weer als open vegetatie, als garrigue of tomillare, aan het landschap zijn zoo kenmerkend en afwijkend uiterlijk verleent. Na eenige kenmerken dezer beide vegetaties te hebben aangegeven, vestigt spr. de aandacht er op, dat deze door de klimatologische omstandigheden een xerophytisch karakter verkrijgt, d.w.z. is samengesteld uit planten, welke voor een belangrijk deel een xeromorphen bouw bezitten. In ’t bijzonder worden in dit verband genoemd: aphyllie, microphyllie, sclerophyllie, trichophyllie en het voorkomen van succulenten, terwijl als laatste bijzonderheid de groote rijkdom aan aromatische gewassen daaraan wordt toegevoegd. Het voorkomen van deze voor het geheele Middellandsche gebied zoo uiterst karakteristieke vegetatie is de directe aanleiding geweest, dat zich juist daar een parfumerie-industrie heeft ontwikkeld. Aan de hand van eenige historische bijzonderheden toont spr. die ontwikkeling aan, welke thans in het stadje Grasse, gelegen op de steile Zuid-helling van den Roquevignon, op de grens van het kiezelrijke Estérel en de kalkrijke Zee-alpen en de alluviale stroomgebieden van de Siagne en de Loup, een natuurlijk middelpunt heeft gevonden. Nadat spr. thans gelegenheid kreeg, iets over voorkomen, aard en samenstelling van vluchtige oliën in meer algemeenen zin mede te deelen, besprak hij in aansluiting daarmede de verschillende procédés, welke inde parfum-industrie toepassing vinden. Achtereenvolgens werden behandeld de destillatie, de extractie, de maceratie en de enfleurage, waarbij op het verschil gewezen werd van de producten, welke volgens deze verschillende bereidingswijzen werden verkregen. De eigenlijke aetherische oliën in engeren zin door destillatie; de zoogenaamde concrètes door extractie, dit zijn vaste, hoogst welriekende, natuurlijke reukstoffen, welke, behalve uit de zuivere, vluchtige olie, tevens uit plantenwas bestaan; het is met behulp van absoluten alkohol, dat men daaraan de eigenlijke, natuurlijke reukstof of quintessence onttrekt. (Dte bekende Fransche pomades en zalven worden door maceratie verkregen, terwijl de enfleurage in staat stelt, ook in die gevallen, waarin de genoemde werkwijzen inden steek laten, nog reukstoffen aan de levende bloemen te onttrekken. Tot slot besprak spr. de voornaamste parfumerieplanten, welke in Zuid-Frankrijk zoowel in het wild, als in cultuur worden gevonden. Tot de eerstgenoemde gewassen zijn te rekenen tijm, rosmarijn en lavendel, tot de laatste de oranjeappel, roos, jasmijn, tuberoos, viooltje, acacia of cassie, om de belangrijkste cultuurbloemen slechts te noemen. Talrijke lichtbeelden, aan de hand waarvan deze causerie plaats vond, werden op het scherm geprojecteerd, zoodat het auditorium het gesprokene door aanschouwing kon volgen. ROTTERDAM. De genieente-apotheker. Volgens artikel 4 der verordening, regelende de rangen en de bezoldiging van ambtenaren en beambten bij het maatschappelijk hulpbetoon, wordt de apotheker
1471