De Heer Sw ie r schrijft in verband met het bekeuren vaneen aantal drogisten te Amsterdam wegens het in voorraad houden van voorbehoedmiddelen tegen zwangerschap, aan het slot van zijn artikel in „De Drogist” van 10 Nov., blz. 233; Streng zal de hand gehouden worden aan het naleven van de Wet op” de Artsenijbereidkunde, en dat zeker wel allereerst tegen de drogisten. „Zoo ver moet het komen, dat de drogist nog alleen maar een fleschje zoutzuur mag verkoopen; alles wat maar eenigszms inde apotheek thuis behoort, moet door den drogist met verkocht worden”, aldus eender voormannen op het gebied van de drogistenjacht deze week. Het kan mooi worden. Het is hier geen strijd meer tegen het – schaffen van geneesmiddelen door zoogenaamde onbevoegden, he is hier een strijd tegen de drogisten speciaal, en tegen het Nederlandsch specialité in het bijzonder. Elke kruidenier, die geneesmr – delen elke Sanitaswinkel, die vieze rommel verkoopt, wordt net gemoeid, kan gerust verkoopen; het alwakend oog van de Inspectie voor de Volksgezondheid ziet dien rommel met. De drogist moet geslachtofferd worden, aldus het parool. ' Te Rotterdam zijn pl.m. 100 bekeuringen gevallen, te Amsterdam is de vorige week de jacht begonnen, en waren Gisttamme, birop Famel, Aspirine-poeders (niet het preparaat van Bayer, dat schijnt vrij uitte gaan) de aangebeden artikelen voor de Recherche Het schijnt het plan van de inspectie te zijn, deze ee^st®Ja, een nieuwe jacht te openen, en dusdoende te trachten, de boeten tel- dat op verschillende plaatsen kapitaalkrachtige personen het opzetten en inrichten van apotheken voorbereiden, om de drogisten aldus inde gelegenheid te sstelten, hun strijd voo te kunnen zetten. Geruchten gaan er, en het is mij bekend dat ree een aantal apothekers zich bereid verklaard hebben, het Provisorschap van die apotheken op zich te nemen, terwijl reeds een flink bedrag beschikbaar is. , , . Dat kan een strijd worden, die voor de apothekers en voor de drogisten weinig goeds voorspelt, hoogstens kan le\dtt^nt^pJetv^arït®l" vaneen aantal apothekers en een aantal drogisten, ten voordeele van het publiek. Doch het is begrijpelijk, mdien men meent, dat men het leven aan de drogisten onmogelijk moet maken, de drogisten het daarheen leiden, dat de schade, toegebracht door een' zinnige inspectie, die beter deed, de clandestiene receptuur te achterhalen dan het verkoopen vaneen aspirine-poeder ónmogelijk te maken, weer verhaald wordt op de door de inspectie zoo zeer beschermde apothekers. .. , . . heen Men kan van de inspectie, incluis de apothekers, die hetdaarhe leiden, dat de drogisten bij hoopjes bekeurd worden,, wel zegg • wie de góden wenschen te verderven, slaan zu eerst met bhndheM Welnu, men zal velen bereid vinden, om den strijd aan t' b^ wij wachten slechts af en bereiden ons voor Moet den drogist het brood ontnomen worden, met minder zal dat geschied apothekers. Het vak, dat ten doode gedoemd is, zal dan een w £ sneller sterven.”

1328