ker Verein hun bereidwilligheid daartoe verklaard mits ze de overtuiging hebben, welkom te zullen zijn m de Federation. (Pluim. De apotheken te Amsterdam in het verslag overhomogen gezinstelling, gehouden mOc ober 192n Als pubhcahev den Gemeentelijken Woningdienst Amsterdam is, op de smakelijke wijze, waarop deze dienst zijne mededeelmgen steeds m het licht geeft onder dagteekening van October 1926 verschenen Deel i, De Woningtelling, bevattend het verwerkte materiaal van de m het vorige jaar gehouden woning- en gezinstelling. Wanneer wu ter dezer plaatse het een en ander aan dit boekwerk ontkenen dan i het omdat er ook een hoofdstuk, getiteld: de aanwezige winkels op 1 November 1925 in voorkomt en onder de „winkels’ ook de apot ic- „Als winkel zijn (n.1.) beschouwd alle perceelen of perceelsgedeelten, waar goederen in het klem aan het publiek wordlrierSt. ook al is de „winkel" als zoodanig mevar.buiten zichtbaar” .. „In staat 3 zijn opgenoraen de winkels, welke als hoofdbron van het bestaan van den winkelier kunnen worden aangemerkt, terwijl 3a de aantallen winkels bevat, waarvan de inkomsten als bijverdienste moesten worden beschouwd . , We zien nu dat er in Amsterdam (bedoeld is „groot Amsterdam m apotheken zijn, waarvan 132 op „staat 3” en op staat 3a Deze laatste behoort dus tot de rubriek der „winkels, welke met a hoofdbestaan van den eigenaar worden aangemerkt (bijverdiensten) , zij is gelegen in het stadsgedeelte, dat in het verslag wordt aangediiid als J J. Cremerplein e. o.” Wij vermoeden, dat er m de dassifkatie van apotheken in stoot 3 en 3« wel heden voorkomen; behalve, dat bij een aantal dier 132 apotheken de .eigenaar” niet steeds inde gelegenheid zal geweest zijn om uitsluitsel te geven omtrent de vraag: hoofdbestaan of bijverdienst ~ komen er vermoedelijk ook eenige doktersapotheken onder voor (o.a 2 te Schellingwoude) en daar lijkt het eenigermate vreemd, dat voor deze de apotheek als hoofdbestaan wordt vermeld. . Uit het verslag krijgt men ook een goeden kijk op de verdeehng der apotheken over de verschillende stadsgedeelten en kunnen jonge die naar een plaats voor vestiging omzien, zich onenleeren, waar nog geen of weinig apotheken gelegen zijn. Verder ziet men, dat per 1000 bewoonde woningen 0,8 apotheken zijn (op ecu ge van 106.5 winkels). De apotheken zitten in sommige deelen van de stad erg op kluitjes”. Het best voorzien van apotheken is het buurtgedeeite, aangeduid als „N.Z Kolk en omgeving ; daarm z,,n nl on 1479 bewoonde woningen 13 apotheken, dus 8,8 p ningen De Willemsparkbuurt” met 3 apotheken per ./15 woning ~ de Omgeving Concertgebouw en Museum” met 8 per 5027 en de C*st SuTgensstraat e.omet 7 per 3926. vormen mei nog eemge kleine wijken van de binnenstad de met apotheken goed bezet,e stadsgedeelten. Bij het beschouwen van deze cijfers wordt het duidelijk dat een apotheek toch een vreemdsoortige „winkel moet zijn. Waar inde hiervoren opgesomde stadswijken het aantal apotheken onderscheidenlijk 11, 1.1. 2 en 2,3 maal grooter is. dan het germd-

1326