bruikt, omdat het kwikzout in Dé n i gè s’ reagens ©enigszins oplosbaar is2). Het melkwitte neerslag zou zijn samengesteld uiteen dubbelverbinding van het kwikzout van acetondicarbonzuur, kwiksulfaat en kwikoxyde.

Het neerslag, dat onder verschillende omstandigheden gevormd kan worden, is echter geenszins constant van samenstelling. leder, die vaak deze reactie heeft uitgevoerd, zal dien indruk ook wel gekregen hebben. Het kwikzout kan kaasachtig, vlokkig, zanderig of kristallijn gevormd worden. Kleine oorzaken schijnen hierbij van invloed te zijn. Een quantitatieve bepaling, berustend op het kwikgehalte in het neerslag, kan dan ook slechts benaderend juist zijn. Allereerst, omdat lang niet altijd de oxydatie quantitatief gaat, vervolgens ook, omdat men niet steeds den waarborg heeft, dat de verbranding juist zal eindigen bij acetondicarbonzuur en ten laatste, omdat de samenstelling van het praecipitaat niet constant is. Von Spin dl erf*) verkiest de oxydatie met bichromaat boven die met kaliumpermanganaat. Het verkregen neerslag is geel in plaats van zuiver wit, waarschijnlijk doordat een weinig chromaat mechanisch wordt ingesloten en misschien gedeeltelijk het radicaal SCb door CrCb wordt vervangen. Volgens v. S pi n d 1e r is ook de samenstelling van dit gele neerslag sterk afhankelijk van de omstandigheden, waaronder het tot stand komt. Getracht werd, door toepassing van andere oxydantia, de verbranding tot op acetondicarbonzuur te laten plaats hebben, waarbij bleek, dat alleen kaliumpersulfaat onder bepaalde omstandigheden het permanganaat en bichromaat kon vervangen. Het is echter zeer lastig, alle oxydatie-voorwaarden steeds in achtte nemen, zoodat de betrouwbaarheid van dit oxydatiemiddel niet groot genoemd kan worden: het persulfaat kan het citroenzuur tot acetondicarbonzuur afbreken: echter het gebeurt niet steeds; vaak gaat de verbranding verder, waardoor deze labiele verbinding uiteenvalt. Ook bichromaat levert geen voordeel, want terwijl de over-

1294