gevolge hebben, dat een aantal zaden onmiddellijk naast elkaar op den bodem zullen komen en de eruit ontstaande kiemplantjes elkaar in hun ontwikkeling zullen belemmeren. Dit maakt, dat, hoe moeilijk het is, bij dit laatste zaad een andere beteekenis aan de slijmepidermis te geven, hier toch wel eenige twijfel aan de
juistheid der verklaring van de physiologische beteekenis dezer cellaag gemotiveerd is. Nog minder duidelijk is de beteekenis der slijmcellen inde epidermis van den gemeenschappelijken bloembodem bij verschillende Composieten, bijv. de Kamille.T schi rc h beschouwt ze daar als middel, om de rijpe vruchten van den bloembodem los te maken, doordat het slijm, door regen of dauw opzwellende, de vruchtjes zou opheffen van hun aanhechtingspunt. Voldoende bewezen lijkt mij die veronderstelling niet, maar zeker heeft het slijm hier noch de beteekenis van dat bij Folia Sennae en Folia Bucco, noch die, welke bij Semen Lini, enz. besproken werd. Ook bij het genoemde geval schiet onze kennis, ten opzichte van de organisatie der plant, te kort. Dit neemt echter niet weg, dat, al is onze kennis betreffende het plantenslijm in verschillend opzicht nog verre van volkomen en hier en daar zelfs gebrekkig, de uitspraak, inden aanvang gedaan, toch geheel juist is, dat het voorkomen ervan in het plantenrijk in het algemeen en bij de pharmaceutische grondstoffen ju het bijzonder een zeer veelzijdig vraagstuk is, zoodat, al behoort het niet tot de sterk werkende bestanddeelen der planten, het toch onze aandacht ten volle waard is. Referaten, Het aantoonen en het bepalen van kleine hoeveelheden kwik in azijnzuur, uit acetyleen bereid. Nu inden laatsten tijd hoe langer hoe meer azijnzuur, verkregen uit acetyleen, inden handel komt, krijgt het onderzoek op zware metalen in azijnzuur (en in azijn) hoe langer hoe meer beteekenis, omdat kwikverbindingen als katalysator gebruikt worden. In het onlangs verschenen „Azijnbesluit” worden dan ook onder de „aan azijn vreemde stoffen” kwik-, lood-, koper- en zinkverbindingen genoemd, terwijl bij de methoden van onderzoek voor deze 4 metalen vermeld wordt, dat dit plaats heeft volgens de algemeen gebruikelijke methoden. G. Rei f (Arb. a. d. Reichsgesundheitsamte, Band 57, naar een ons welwillend toegezonden overdruk) slaat het kwik langs electrochemischen weg uit het azijnzuur neer; hij scheidt het door sublimatie van event. aanwezige andere zware metalen, lost het in salpeterzuur
1281