Actieve onvatbaarheid wordt verkregen door behandeling met de stof, die tegenstoffen doet ontstaan, „antigeen , „vaccins , „entstoffen”; de actief onvatbare vormt dus zelf de tegenstoffen. " Passieve onvatbaarheid ontstaat door het inbrengen van reeds in ander levend (actief immuun) lichaam bereide antistoffen; de passief onvatbare maakt dus de antistoffen niet zelf, maar is slechts tijdelijn de drager daarvan. Besproken worden de verschillende bestanddeelen en afscheidingsproducten van de ziektekiemen: exotoxinen, endotoxinen, enz. Diphtherietoxine, Tetanustoxine en de daartegen opgewekte antistoffen, antitoxinen. Door sterke immuniseering van paarden o.a. worden sterke antitoxine-sera verkregen; Behring (Roux; invoering der serumtherapie, diphtherie, tetanus). De verschillende theorieën der onvatbaarheidsverschijnselen worden besproken (humorale, cellulaire, Metschnikow, Bordet, proef van P f ei f f er, tot het aantooncn van bacteriolysinen). Beum e r’s alexincn, B o r d et s complement en amboceptor. Zijketentheorie van E h r 1 i c h; vrije receptoren in het bloed en lichaamsvochten, afgestooten in overmaat, Wet van Weiger. Receptor 1 = antitoxins, receptor 2 agglutininen, praecipitinen, Receptor s—amboceptor met complementwerking, verduidelijkt door teekeningen. Besproken wordt de theorie van Be s r e d ka (locale onvatbaarheid, cellules receptives en de daarop gebaseerde voorbehoedende en therapeutische entingen; vaccinatie per os, bilivaccins, pansements spécifiques). 2. Standaardiseering van Sera. Slechts voor het ijken der antitoxinen bestaan betrouwbare methoden (toxineëenheid voor diphtherietoxinen en tetanustoxine). Verklaard worden de begrippen dosis letalis minima, lo en I+, testgift, standaardserum, antitoxineëenheid. Titreering van diphtherie- en tetanusserum; 10. door middel vaneen dierproef (1 WA 1 AE d.1.m.); 20. door middel van uitvlokkingsreactie in vitro, Ra m on; juist neutrale toxine-antitoxine-mengsels vlokken het eerste uit, „floculation initiale”. Nieuwe eigenschap vaneen toxine, n.l. de uitvlokkende kracht; L. floc. is de hoeveelheid toxine, die met 1 AE uitvlokt. Kent men deze vaneen toxine (te bepalen met standaardserum), dan kan dit toxine als testgift dienen ter bepaling van de antitoxische waarde vaneen serum, en omgekeerd. „Ontgifte antigenen”; ontgifte toxinen zijn „anatoxinen ’ Ram o n, hebben hun antigeenwerking, d.w.z. hun vermogen, antitoxinen te verwekken, behouden; L. floc. van anatoxine is gelijk aan die van het toxine, waaruit het anatoxine is bereid; L. floc. is dus een maat voor de antigeenwerking. In het R. S. I. ook voor de immuniseering van paarden gebruikt. Demonstratie van dierproeven en titreering in vitro. 3. Serodiagnostische reactie. a. precipitatie; forensische reactie tot herkennen van bloedsoorten b. agglutinatie. c. aantoonen van bactericide stoffen.

1268