gewoon veel nut gebleken en bijzonder aan te bevelen voor allen, die met de pj [-bepaling in aanraking komen.

De cursus van Prof. Dr. N. Sc h o o r I over „Qualitatieve microche, mische analyse”, van 30 Aug.—4 Sept., werd bijgewoond door 6 deelnemers, waarvan 2 apothekers, 3 chemici en 1 chem. ingenieur. Eén der deelnemers schrijft: De deelnemers aan den cursus van Prof. Scho o r 1 zullen met genoegen op een welbestede week terugzien. Na een beknopte inleiding over de optische kristallografie en het gebruik van het polarisatie-microscoop, werden de deelnemers inde verrassende methodiek van de qualitatieve microchemie ingewijd. Algemeene werkwijzen werden aanvankelijk gedemonstreerd aan de hand van de onoplosbare en gedeeltelijk sublimeerbare chloriden van de zilvergroep. Voor ieder der deelnemers was een volledig microchemisch instrumentarium gereed gezet en, zóó uitgerust, kon men inde laatste vier dagen een complete metaalscheiding, volgens het aluminium-systeem, entameeren. Deze reuklooze methode biedt microchemisch groote voordeelen boven de H2Sgang; het microscoop toch staat voortdurend op tafel. Al bleek onder het werk wel, dat de uitvoering van microreacties hare eigenaardige moeilijkheden biedt, een breede fundeering werd gelegd en velen zullen zich opgewekt gevoelen, daarop verder te bouwen. Namens de Commissie v.d. Vacantie-cursussen, N. SCHOORT. Kort verslag van den vacantiecursus over Serologie, enz., door Prof. Dr. H. Aldershoff. 30 Augustus t/fn. 3 September 1926, in het Rijks Serologisch Instituut te Utrecht. Na een kort begroetingswoord, waarbij de nadruk er op wordt gelegd, dat uitteraard de behandeling der verschillende onderwerpen zoo zal zijn, dat ze aan de wenschen en verlangens der pharmaceuten zooveel mogelijk nabij komt,, stelt spreker voor, de eerste bijeenkomst te wijden aan een uitteraard summiere bespreking van de 1. Immunileitsleer. Ze dateert uit de tachtiger jaren, toen Pasteur bij zijne besmettingsproeven met kippencholera kippen besmette met een toevalligerwijze verzwakte cultuur. De vogels werden niet ziek. Teen de zelfde kippen later voor besmetting met vol virulente cultures werden gebruikt, bleven ze gezond; ze waren dus door de besmetting met verzwakte cultuur onvatbaar voor kippencholera geworden; ze waren „geënt”. Naast dit voorbeeld van enting met verzwakte cultuur, zooals bij vrijwel alle latere actieve onvatbaarmaking regel is, wordt besproken de enting tegen hondsdolheid, lyssa, waarbij het bij de dolle dieren voorkomende virus, „straatvirus", eerst door passage door konijnen wordt versterkt tot „virus fixe”, waarvan de entstof wordt bereid. De onvatbaarheid kan zijn aangeboren of verkregen; verkregen langs natuurlijken weg (doorstaan der ziekte) of kunstmatig door enting (actieve onvatbaarheid) of serumbehandeling (passieve immuniteit).

1267