Anordnung, redigiert und bearbeitet von A. En g 1e r. pp. IV und 167 mit 125 Figuren im Text. Leipzig. Verlag von Wilhelm Engelman n, 1926. Pr. geh. 11, gebonden 17 M. Waarschijnlijk het minst omvangrijke, maar meest beteekenende deel van het bekende werk van Engler en P ra n 11. De „Kurze Erlaute-

rung” geeft een zeer lezeriswaardig overzicht van de wisselende vormen, hun ontstaan en de verwantschap van de verschillende deelen van de bloem van de Angiospermen; inde beginselen, waarop de systematische indeeling der planten en in het bijzonder der Angiospermen berust, wordt in 21 blz. de grondslag, waarop het door de schrijvers gevolgde systeem berust, uiteengezet; ook hier gaat de beknoptheid met lezenswaardigheid, ook voor niet specifiek botanici, gepaard. Band 8, Liclienes (Plechten). A. Allgemeiner Teil von M. Fünfstück. B. Spezieller Teil, von A. Z ah 1 b r u c k n er: Ascolichenes (Schlauchflechten); Hymenolichenes (Basidiomycetenflechten), redigiert von A. Zahlbruckner. Mit 545 Einzelbildern in 127 Figuren, pp. IV und 270. Leipzig, Verlag von Wilhelm Engel ma n n. 1926. Pr. geh. M. 17 gebunden M. 23. Behalve de bijzonder interessante botanische eigenschappen der korstmossen, die, toegelicht door talrijke afbeeldingen, dit deel bijzonder belangwekkend maken, bevat het achtste deel van En g Ie r ’s boek opgaven over het gebruik der Lichenes als voedings- en geneesmiddel. Roccellasoorten leveren het orseille, Lecanorasoorten het lakmoes, Cetraria islandica het IJslandsch mos; als voedingsmiddelen dienen de z.g. mannamossen van de Lecanora esculenta, die inheemsch is van de Krim tot de Kirghiezensteppen, in Klein-Azië, Perzië en Noord-Afrika; de gedroogde korstmossen worden door den wind verplaatst en geven dan de z.g. mannaregen, het is het aardbrood der Tartaren en wordt door hen voor de bereiding van brood ingezameld. De L. esculenta var. Jussufi, die in Noord-Afrika en Algiers inheemsch is, leverde waarschijnlijk het manna der Joden. De Gyrophora esculenta levert het Japansch Iwatake, dat niet alleen op de plaatsen, waar het ingezameld wordt, als voedingsmiddel wordt gebruikt, maar zelfs een uitvoerartikel is. De Cladonia rangiferina, die tot op 80° N. B. voorkomt, is gedurende een groot gedeelte van het jaar het eenige rendiervoedsel en maakt deze streken voor den mensch bewoonbaar. V. D. W. Indo-Malaiische Vegetationsbilder und Reiseskizzen. Prof. Dr. C. Haberlandt. Eine Botanische Tropenreise. Dritte Auflage. pp. X en 296. Leipzig, Verlag von Wilhelm Engelman n, 1926. Pr. M. 7,20. Het boek van 'Haberlandt is min of meer een historisch boek geworden. Het geeft de indrukken weer vaneen reis, in 1891 naar Indië ondernomen, zoodat veel van het geschetste, vooral, waar het betrekking heeft op menschen en toestanden, veranderd is. De schrijver geeft dit in het voorwoord voor den derden druk aan met te zeggen, dat, ofschoon veel veranderd is „in dem Menschenalter, das seit dem Erscheinen der ersten Auflage verstrichen ist”,

1259