mière, 48 Rue Villon, Lyon.” Wij teekenen hierbij aan, dat de Bilivaccins van Prof. Besredka, wiens naam ook in het stuk van L. K. W. wordt genoemd, veelvuldig in Indië worden gebruikt voor het genoemde doel. Den berichtgever onzen vriendelijken dank.
HANDELSBERICHTEN. Prijswisselingen volgens The Chemist and Druggist van 9 October 1926. Hooger: Acidum arsenicosum, Agar-agar, Caryophylli, Fructus Coriandri, Oleum Lini, Oleum IMlyristicae, Pix solida. Vaster: Hexamethyleentetraminura, Hydrargyrum, Lemongrass-olie (Coichin), Mentholum, Naphthalinum, Oleum Menthae piperitae (Amer.), Oleum Spicae (Sp.), Schellak. Flauwer: Acid oils, Carbonas Guaiacoli. Hypophosphis natricus, Loodproducten, Nitras natricus, Oleo-producten, Oleum Geranii, 01. Gossypii, 01. lecoris Aselli, 01. Lavandulae, 01. Menthae piperitae (Jap.), 01. Palmae, Piper, Xylolum. Lager: Ferrocyanetum natricum, Fructus Pimentae, Oleum Cassiae, 01, Chenopodii, 01. Cocos, 01. Pedum Tauri, 01. Ihymi, Palmkernclie, Sebum bovinum, Sulfidum natricum. Vetiver-olie. CORRIGENDUM. Pitihormon. Naar aanleiding van het Corrigendum op blz. 1196, Ph. W. 1926, no. 41, schrijft Dr. J. Blomberg ons het volgende: „De derde alinea maakt op de niet-ingewijden volgens mijn meening den indruk, dat het preparaat van Blomberg, dat volgens onderzoek 3,3 Voegljni-eenhe'den bevat, veel minderwaardiger is dan het preparaat van ParkeDavis of dat van K et t i n g & Co. De conclusie, „zoodat Pitihormon het meest het P.D.-preparaat nabijkomt in sterkte”, is niet compleet, omdat men op blz. 13 van de Mededeeling No. 11 vermeld vindt, dat pitihormon sterk eiwithoudend blijkt te zijn. Dit is bij een dergelijk preparaat niet ongevaarlijk, en al komt het met betrekking tot het Voeglin-eenhedengetal het meest het preparaat van P. D. nabij, het preparaat van P. D. bevat bijna geen eiwit, evenmin als het mijne; en hierin verschilt het preparaat van Ketting & Co. principieel. Verder wijs ik er op, dat de Volkerenbond-commissie voor Centraal-Europa een sterkte van pituitrine eischt van 2 eenheden (zie blz. 62, Iste alinea Mededeelingen No. 10), en heb ik, omdat hier in West-Europa het Engelsche preparaat het meest gangbare is, een dusdanig Voeglin-eenheden-getal gekozen, dat inde praktijk bij inspuitingen juist voldoende uterus-contracties werden verkregen. Het inspuiten van pituitrine is niet ongevaarlijk, omdat het, behalve de uterus-contracties, een sterke bloeddrukstijging geeft. Volgens mijn adviseurs is het inspuiten van pituitrine, wanneer het geïndiceerd is, dan slechts te verdedigen, wanneer zoo weinig mogelijk overmaat wordt toegediend; vandaar het door mij gekozen Voeglin-eenheden-getal van 4, wat nog het dubbele is van de door den Volkerenbond aangenomen sterkte.”
1220