Dr. Hofman, voorzitter van de Nederl. Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, als getuige gehoord, meende, dat door de aanduiding van zijn zaak, zooals verdachte dat gedaan heeft, deze zaak het aanzien gekregen heeft vaneen apotheek. En dat moet als oneerlijke concurrentie worden beschouwd. Verdachte betoogde, dat er van concurrentie, en derhalve van benadeeling, geen sprake is. Hij verkoopt aan niemand, die zoo maar zijn zaak binnenkomt. Hij levert alleen zelf gemaakte kruiden, e.d. (welke ineen apotheek niet verkrijgbaar zijn) aan personen, die bij hem onder behandeling zijn en in het bezit zijn vaneen consultatiekaart. Het O. M. achtte de elementen voor het telastegelegde feit niet bewezen en vroeg vrijspraak voor den verdachte. Verdachte verklaarde zich bereid, het woord apotheek van zijn raam te verwijderen. Uitspraak 21 dezer. (N. Rtt. Crt.) Apotheek Bodegraven. In het Pharm. Weekblad van 2 Oct. kwam een bericht voor, overgenomen uit het Alg. Handelsblad. Zooals reeds uit het verslag der vergadering van het Hoofdbestuur in het vorig nummer blijkt, was dit bericht, evenals andere courantenberichten, onjuist. Deze mededeelingen vaneen besloten vergadering, waar de pers niet was toegelaten, zijn blijkbaar met tendentieuze bedoelingen verspreid en het is wel merkwaardig, dat een dag te voren de Raad van Beroep der Ned. Mij. t. bev. der Geneeskunst collega Schouten, te Bodegraven, in het gelijk heeft gesteld en de beide medici te Bodegraven en Zwammerdam heeft veroordeeld. Bereiding van sera en vaccins. Ingediend is een wetsontwerp, houdende regeling van de bereiding en het in het verkeer brengen van sera en vaccins, bestemd voor gebruik bij den mensch. Inde memorie van toelichting zegt de minister van arbeid, handel en nijverheid 0.m.: Een regeling van de materie, welke in dit wetsontwerp behandeld wordt, is reeds eerder bij de Tweede Kamer aanhangig geweest. De bezwaren overwegende, waarvan bij de schriftelijke behandeling van het toenmalige ontwerp tot aanvulling van de wet, regelende de uitoefening der artsenijbereidkunstj, sprake was, meent de minister, dat daaraan geheel kan worden tegemoetgekomen, indien het onderwerp: bereiding van sera en vaccins wordt geregeld bij een zelfstandige wet. Die wel zal, wat haar zelfstandigheid betreft, berusten op de gedachte, dat, voor zoover men al meent, sera en en vaccins als geneesmiddelen te kunnen beschouwen (wat toch steeds maar ten deele het geval was), zij toch door bereiding en behandeling van andere geneesmiddelen scherp zijn onderscheiden en in geen enkel opzicht daarmede op één lijn gesteld kunnen worden. Voor de algemeene toelichting n.l. van de noodzakelijkheid van een wettelijke regeling volstaat de minister met, in aansluiting aan hetgeen destijds meer uitvoerig inde Memorie v. Toelichting is betoogd, er op te wijzen, hoe inde tegenwoordige ongecontroleerde bereiding en invoer van sera en vaccins een gevaar schuilt voor de volksgezondheid. Zij kunnen niet door het gewone laboratoriumonderzoek behoorlijk

1208