Schlickum’s Ausbildung des jungen Pharmazeuten und seine Vorbereitmig zur pharmazeutischen Vorprüfung. 14te, vjollstandig umgearbeitete und bedeutend vermehrte Auflage des „Apothekerlehrlings”, bearbeitet von Dr. W. Arno 1 d. Prol. Dr. K. H. Bau er, Prof. Dr. W. Böttger, O. Held, E. Mutschle r, A. R od erfe 1 d, Prof. Dr. L. Schiller, L. R. Schli c k u m und Dr. H. Trunkel, unter Redaktion von Prof. Dr. K. H. B au er, mit 606 Abbildungen, 2 farbigen Tafein und einem Pilzmerkblatt. pp. XII und 1002, Verlag von J. A. Ba r t h, Leipzig 1926, Pr. brosch. R.M. 42, geb. R.M. 45,60. Schlickum’s „Apothekerlehrling” is inden loop der jaren uitgegroeid tot het meest lijvige leerboek voor a.s. apothekersadsistenten (ook, wanneer ze later apotheker worden), dat er bestaat. Het omvat, behalve de pharmaceutische hoofdvakken, geneesmiddelbereiding en pharmacognosie, ook de pharmaceutische hulpwetenschappen. botanie, zoölogie, scheikunde en natuurkunde. Alle onderdeden zijn door apothekers bewerkt, behalve de natuurkunde, die van de hand van den Leipziger hoogleeraar inde natuurkunde Schiller is. Zoowel wetenschap als praktijk komen behoorlijk in het werk tot haar recht en het geheel beantwoordt uitnemend aan het doel, waarvoor het geschreven is. Het is voor hen, die zich met de opleiding van leerlingen bezig houden, een aanbevelenswaardig boek. V. D. W. Arzneibereitungslehre für Pharmazeuten, Mediziner und Chemiker, von Fr. Wischo und L. Ze c h n er. pp. XVI und 345. Graz—Wien, Verlag Leykam. 1926. Het boek is gemaakt naar de colleges van den eerstgenoemden auteur. Het is bedoeld als leiddraad voor het onderwijs inde theoretische grondslagen van Receptuur en Pharmaceutische Techniek die na de laatste studiehervorming in Oostenrijk universitaire leervakken zijn geworden. Het boek is in 4 deelen verdeeld. Het eerste deel geeft de scheikunde van dein de andere deelen genoemde stoffen, als alkaloïden, enz.; het tweede deel omvat de beschrijving van het onderzoek en de bereiding van de voornaamste inde pharmacopee genoemde geneesmiddelen; het derde deel is een korte receptuurleer, terwijl in het laatste deel zijn opgenomen bijzonderheden over de inrichting eener apotheek, de prijsbepaling van recepten, de sterilisatie, en wat niet in andere deelen kon worden ondergebracht. V. D.W . Berichten. Onrechtmatig gebruik van het woord „apotheek”. De bekende Haagsche „wonderdokter", de kruidkundige J. F. v.d. P., stond terecht wegens oneerlijke concurrentie ten aanzien van apothekers, omdat op een raam, waarin zijn zaak inde Molenstraat is gevestigd, de aanduiding „apotheek” voorkomt, hetgeen nadeel zou kunnen berokkenen aan de bona-fide apotheken. (Ons werd een fotografie van de zaak gezonden, waaruit blijkt, dat met groote letters schuin over het winkelraam, het woord Apotheek is geschilderd).
1207