het mengsel en 100 cm3, water; door schudden ineen flesch gedurende 1 minuut wordt een goede emulsie verkregen, die na een poos de olie in kleine druppeltjes afzet, zonder dat deze echter samen vloeien.
Voor vluchtige oliën, lichter dan water, is het poeder ook zeer goed te gebruiken, doch er moet dan per 100 g. olie 2'j2 g. van het poeder toegevoegd worden. ’ y I. Berichten. Verslag van de verrichtingen van het Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid over het jaar 1925. Het aantal chemische onderzoekingen daalde van 3310 tot 1463, gevolg van het niet meer kosteloos verrichten vaneen aantal onderzoekingen, die niet meer direct of indirect verband houden met de volksgezondheid in het algemeen. Het aantal bacteriologische onderzoekingen steeg van 50492 tot 51357, hiervan 10654 sputum-onderzoekingen en van deze 21,7 pCt. met positieve uitkomst. Voor de talrijke verdere bijzonderheden van persoonlijken en statistischen aard verwijzen we naar het origineel. Afzonderlijke opstellen zijn gewijd aan: „Experimenteels Onderzoekingen bij Encephalitis postvaccinalis", door J. P. Bij I. Aan dit belangrijke onderwerp is ook een zeer belangrijk gedeelte van het laatste no. van het Tijdschrift v. Geneeskunde gewijd. Het optreden van encephalitis na het inenten, waarbij 15 sterfgevallen in ons land op 250.000 inentingen van 1 Januari 1924 tot Juli 1925, is de oorzaak, dat thans het vraagstuk veelzijdig bekeken wordt. Het inleidende woord van Prof. va nßijnbe r k, bij de studie in het lijdschrift v. Geneesk. van F. S. van Bouwdijk Bastiaanse, J. P. 'B ij 1 en J. '1 h. ïe r b u r g h, wordt hun, die ook uit ander dan medisch oogpunt de vaccinatie! bezien, ten zeerste ter lezing aanbevolen. In verband hiermee staat een tweede studie van dr. Bij 1: Onderzoekingen van koepokstoffen op neurotrope Eigenschappen”. Andere medische opstellen van den zelfden auteur zijn: Een verdacht Pestgeval, Onderzoekingen bij Bacillaire Dysenterie, Over „Specifieke Proteus-agglutinaties en,Over de waarde der reactie van Besredka voor de kliniek; het eerste met Marg Young, de andere met Dr. J. van der Hoeden. In het laatste stuk komen de Schrijvers tot deze (voorloopige) conclusie: Bij een negatieve luesreactie en afwezigheid van lepra, diphtherie, actinomycose, pleit een positieve reactie van Besredka sterk vóór tuberculose; omgekeerd behoeft een negatieve) reactie van 'Besredka niet op de afwezigheid van t.b.c. te wijzen (in het bijzonder in vergevorderde stadia van longtuberculose werd gewoonlijk een negatieve reactie gevonden). Over de verrichte pharmacologische onderzoekingen brengt de
1147