omslachtig, waarbij het poeder met water en basisch loodacetaat geschud wordt, om de alkaloïden te doen oplossen. Een deel wordt afgefiltreerd, daarbij natrium-phosphaat gevoegd, om de overmaat lood te verwijderen en weer gefiltreerd. Dit filtraat wordt uitgeschud met chloroform, deze verdampt en het residu (colchicine met veel verontreinigingen) gedroogd en gewogen. Het residu wordt uitgetrokken met zwavelzuurhoudend water, om het alkaloïde er aan te onttrekken. Het niet opgeloste deel wordt na uitwasschen opgelost in alkohol en aether, waarna deze oplossing wordt verdampt, het residu gedroogd en gewogen. Het verschil der 2 wegingen is het gewicht der colchicine, waarvan 0,35 pOt. geëischt wordt inden knol en 0,45 pCt. in het zaad. Onnoodig te zeggen, dat dit door de talrijke foutenbronnen niet meer dan een approximatieve bepaling is en zulke weinig nauwkeurige bepalingen verdienen toch eigenlijk geen plaats ineen Pharmacopee. Bij Opium wordt een kalkmethode gebruikt, die geen essentieele verschillen toont met de methode onzer Ph. Geëischt wordt in ruw Opium minstens 9,5 pCt., in Opium granulatum en Opium pulveratum 10. 10,5 pCt. Bij het eerste is geen limiet naar boven gesteld, terwijl bij de beide andere vormen gestandaardiseerd moet worden met Opium van lager gehalte of met een indifferente stof, die echter niet nader aangegeven wordt. Ten slotte iets over de physiologische waardebepalingen, die bij een 6-tal grondstoffen zijn opgenomen. Bij Aconitum is dit de bepaling van de minimum letale dosis voor marmotten. Bij Digitalis, Scilla en Strophanthus is de één-uurs methode met kikvorschen gekozen met Ouabaïne als vergelijkingsstof. Bij Ergota (= Secale cornutum) viel de keus op de hanekammethode, waarbij witte Leghornhanen, van ongeveer 2 kg. lichaamsgewicht, te gebruiken zijn. Bij Cannabis worden de verlammingsverschijnselen nagegaan en vergeleken met die, welke veroorzaakt worden dooreen standaardextract. Wanneer men nu bedenkt, dat dein het afgeloopen jaar gehouden internationale Conferentie van pharmacologen tot de conclusie is gekomen, dat slechts de methoden voor de waardebepaling van Digitalis en andere hartmiddelen rijp waren voor codificatie, maar dat dit zelfs nog niet gezegd kon worden van de Secale cornutum, dan rijst toch wel zeer de vraag, of het verstandig gezien is, al deze methoden reeds ineen Pharmacopee vast te leggen. M.i. is dit zeer zeker niet het geval. Als curiosum en tevens als
1143