ik mag releveeren, wat mij het meest getroffen heeft, dan is het de discussie over de opleiding van apothekers. Wij hopen ook steeds hierin met de Maatschappij te mogen samenwerken.

De Voorzitter: Thans wensch ik nog een woord van afscheid te richten aan den heer S c h 1e c h t. Wij betreuren zijn heengaan uit het Hoofdbestuur. Het is natuurlijk een goede bepaling, dat er steeds verandering in het bestuur moet komen, maar toch kunnen wij niet nalaten ons leedwezen uitte spreken, wanneer wij een goed vriend uit ons midden moeten missen. Ik zeg den heer S ch 1e c h t dank voor al hetgeen hij inde afgeloopen vijf jaren verricht heeft in het Hoofdbestuur. (Applaus). De Voorzitter: En hiermede sluit ik deze Algemeene Vergadering. Aldus opgemaakt 3 Augustus 1926. Dr. J. J. HOFMAN, Voorzitter. V. VAN ITALLIE, Secretaris. Amsterdam, 3 Augustus 1926. DE REACTIES MET FERRICHLORIDE OP CODEÏNE, ANTIPYRINE EN PYRAMIDON door H. W. VAN URK. Tot de stoffen, die met FeCU kleuringen geven, behooren o.a. de bovengenoemde. Inde omschrijving, die van de reacties wordt gegeven, leest men, dat „sporen” FeCls voldoende zijn om de reactie te voorschijn te roepen. In verband met een ander onderzoek interesseerde het mij te weten, welke concentraties van FeClfe vereischt zijn. Daarbij werden tevens eenige waarnemingen gedaan over de genoemde reacties, die hier mogen volgen. Codeïne. Bereid werd het volgende reagens: 100 gr. sterk EbSCE + 10 cm3, eener FeCb oplossing, waarvan 1 cm3. = 1 mgr. Fe"' (483 mgr. FeCköHaO ad 100 cttrl). Van dit reagens werden verdunningen gemaakt met geconcentreerd ijzervrij H2SO<, en 5 cm'3, met 50 mgr. codeïne onderzocht. Reactie: I. 5 cm3 reagens + codeïne. +++ 11. 2.5 cm3 „ + 2,5 cm3, geconc. H2So4+codeïne ++ 111. 2 cm3 „ +3 cm3. „ „ + „ ++ VI. 1 cm3 „ +4 cm3. „ „ + „ + V. 0,5 cma „ + 4,5 om3. „ „ + „ zeer zwak tot + Bij staan bij gewone temperatuur (15—30 mln.) gaven allen reeds verkleuring, sneller bij verwarming bij 60°—70° in het waterbad. De sterkte der reacties is boven aangegeven.

1078