toevoegen. Ik heb van begin af aan gevoeld, dat wij daar niet moeten zitten. De taak van die commissie is om de meest ergerlijke reclame weg te krijgen, maar niet het adverteeren zelf tegen te gaan.
Tevens vraag ik mij af: mogen wij iemand aanwijzen? Neen! dat mogen wij niet doen, wij mogen niet medewerken, in welken vorm ook, aan kwakzalversadvertenties. Wij mogen in geen enkel opzicht met deze Commissie samenwerken. Wij zijn persé tegen het adverteeren zelf en zullen in die Commissie geheel alleen staan. Wij nemen niet de verantwoordelijkheid op ons van die advertenties, want wij kunnen vooruit weten hoe die zaak loopen zal. Onze stand is verplicht daaruit te blijven. De heer van Heemskerck Duker: Wij zijn het meestal in het Hoofdbestuur eens en gewoonlijk worden met algemeene stemmen besluiten genomen. Bij dit punt is dit echter niet het geval. Evengoed als de heer van 11 all ie tegenstander is, heb ik gesproken als de grootste voorstander. Deze Commissie kan buitengewoon goed werk doen. Ik vond het verkeerd, dat er over ons geoordeeld wordt, zonder dat wij er bij zijn. Niemand zal ontkennen, dat de spécialitéverkoop voortdurend toeneemt; deze verkoop vertegenwoordigt een groot deel van onzen omzet. De ontwikkeling van het publiek is in die richting gegaan, dat het voor zichzelf wil oordeelen over het gebruik van geneesmiddelen. In alle landen komen de verpakte geneesmiddelen hoe langer hoe meer in gebruik. Dit is geen goede toestand, maar zij bestaat nu eenmaal en als zakenmenschen hebben wij ook te zorgen, dat onze zaken goed gaan. Het is geen goed standpunt der apothekers om zich te onthouden van den verkoop van verpakte geneesmiddelen. Waar de ontwikkeling van het publiek de richting van zelf beoordeelen gaat, kan het voor het publiek niet anders dan gewenscht en goed zijn, wanneer die artikelen door deskundige adviseurs worden afgeleverd. Dé commissie stelt zich voor te bereiken, dat de fabrikanten geen valsche verwachtingen bij het publiek opwekken. Ik meen, dat ons advies niet anders dan een nuttig en goed effect in die Commissie kan hebben, bij hunne beoordeeling. De heer van Itallie: Er werden steeds meer en meer verpakte geneesmiddelen aan de markt gebracht, dikwijls met schreeuwerige reclame. Dit heeft reeds lang onze aandacht en wij hebben ons een poosje geleden tot het Hoofdbestuur van de Maatschappij van Geneeskunst gewend, met het verzoek, om samenwerking tegen dit euvel. Dit voorstel van ons is in goede aarde gevallen en zoodra de vacanties om zijn, zal door beide Maatschappijen, die zaak met kracht ter hand genomen worden. In die Commissie zal ik gaarne zitting nemen, veel liever dan afgevaardigde te zijn in die andere Commissie. De Voorzitter: De reden, waarom wij deze zaak hier bespreken, is, dat de Hoofdbestuursleden niet allen dezelfde meening hadden. Wat de heer va n 11 all ie mededeelt omtrent de samenwerking met de Maatschappij van Geneeskunst, dit is iets van de laatste dagen en misschien heeft daartoe ook wel medegewerkt het voorstel, wat van de zijde van deze vereeniging tot beteugeling der reclame werd gedaan. Toen het voorstel kwam, hebben wij gemeend, dat wij het niet botweg van de hand moesten wijzen en hebben daarom het advies
1076